Het leven van onze jeugd is na een periode van twee jaar vol razendsnelle en ongekende veranderingen ‘digitaal’ geworden. Ook op school zijn afstandsonderwijs en leren op afstand pijlers geworden. Zelfs nu kinderen naar de fysieke klas teruggekeerd zijn, heeft technologie zich ingeworteld in de basis van het onderwijs.
In Vlaanderen heeft de overheid flinke budgetten vrijgemaakt voor de Digisprong. Die wil scholen een financieel duwtje in de rug geven om de leeromgeving te digitaliseren, onder meer via de aankoop van laptops voor leerlingen. En ook in Wallonië weerklinkt de roep om digitale initiatieven in het onderwijs luider. In 2019, voor de pandemie losbarstte dus, kwam de Fédération Wallonie-Bruxelles met een update van de digitale strategie voor het onderwijs. Eén ding is zeker: er is geen weg terug.
Als we stilstaan bij de omvang van de digitale migratie in het wereldwijde onderwijs in het voorbije jaar, dan zien we dat 94 procent van de onderwijsinstellingen een beleid heeft ontwikkeld voor minstens één vorm van leren op afstand. Het is nu van essentieel belang om voort te bouwen op de lessen die geleerd zijn en zo de leerervaringen, onderwijsmogelijkheden en prestaties van studenten te verbeteren. De sleutel hiervoor ligt bij principes als connectiviteit, toegankelijkheid en een cultuur van digitale inclusie. Alleen als we deze hefbomen goed aanpakken, creëren we een globale, rechtvaardige en toekomstbestendige leeromgeving voor de hele samenleving.
Digitale cultuur: beter bouwen op sterke fundamenten
Op dit moment is technologie volop bezig om het onderwijs, van kleuterklas tot hogeschool, een nieuw elan te geven. Studenten op alle niveaus hebben de voorbije jaren ed-tech-oplossingen gebruikt om hun leerbehoeften te ondersteunen en hun weg naar de arbeidsmarkt uit te stippelen.
We hebben dit van dichtbij mogen meemaken door onze samenwerking met het Rural Education Access Program (REAP) van Stanford University. Dit programma wilde computer-ondersteunend leren naar leerlingen van plattelandsscholen in heel China brengen. De leerlingen boekten een leerwinst van een volledig semester dankzij het gebruik van CAL-software.
Hier bij ons maakt Vlaanderen intussen meer budget vrij voor ict-coördinatoren op school, terwijl Brussel alle scholen tegen 2024 met een wifi-verbinding wil uitrusten. Toch moet duidelijk zijn dat we nog maar aan het begin van deze boeiende reis staan. In een volgende stap moeten processen voor samenwerking evolueren, moeten leerkrachten bijscholing krijgen en dient een concrete digitale strategie te worden uitgewerkt.
Het traject gaat dus over meer dan alleen apparaten en connectiviteit. Bij elke geslaagde onderwijservaring staan mensen in het middelpunt. Als we alle voordelen van op technologie gebaseerde onderwijsmodellen willen benutten, moeten we ook de toegang tot technologie en de leercultuur mee laten evolueren. Scholen uitrusten met computers, waar Vlaanderen bijvoorbeeld sterk op inzet, is niet voldoende: de onderwijsmethoden moeten opnieuw worden uitgewerkt op basis van datagestuurde technologieën. We moeten toekomstgerichte digitale culturen bevorderen om leerresultaten te optimaliseren. En in alle aspecten van digitalisering is een strategische langetermijnaanpak nodig om leerlingen echt te ondersteunen.
Brede ondersteuning
Hoe ziet digitale transformatie in de onderwijssector er dan uit? In de eerste plaats moeten we apparaten voorzien met een brede ondersteuning van mobiele dragers, zodat alle leerlingen toegang krijgen tot het digitale klaslokaal en leermateriaal. Het mag daarbij niet uitmaken of ze over breedbandinternet beschikken of niet. Maar zodra 5G op grote schaal wordt ingevoerd, zullen er technologieën verschijnen die voor het onderwijs geweldige nieuwe kansen bieden. En die ook de mogelijkheden voor leerkrachten en studenten exponentieel zullen uitbreiden.
Denk aan de mogelijkheden van virtual reality in het digitale klaslokaal, een technologie die de inhoud van lessen zal transformeren en lessen boeiender en meeslepender zal maken. Stel je eens voor dat artificiële intelligentie (ai) de rol van de leerkracht kan versterken en ondersteuning kan bieden bij zowel administratieve als interactieve taken. In het hoger onderwijs zijn high performance computing (hpc) en ai al een stroomversnelling in universitair onderzoek aan het veroorzaken. Dit leidt tot een stortvloed van data en een reële behoefte aan snelheid voor de analyse van die gegevens. Bij Universiteit Gent hielpen we bijvoorbeeld om voor die nooit geziene data-instroom nieuwe opslag- en backup-systemen te installeren via een gedistribueerd opslagplatform dat wel centraal te beheren is.
Door een ecosysteem op te zetten dat gegevens snel beheert en verwerkt, zullen we straks baanbrekende ontdekkingen mogelijk maken – of het nu gaat over het razendsnel bestrijden van de volgende pandemie of het transformeren van behandelingen voor kankerpatiënten.
We staan op een uniek kruispunt, met een duidelijke visie en de instrumenten om ons doel te bereiken. Het overbruggen van de digitale kloof is nooit zo belangrijk geweest als vandaag. Zeker nu we de ongelijkheden in toegang tot onderwijs willen dichten en een innovatief, op de gemeenschap gericht en toekomstbestendig economisch herstel willen stimuleren. Dat herstel moet ambitieus zijn en de nood aan vaardigheden op lange termijn beantwoorden. Een nieuwe kijk op het onderwijs kan ons helpen om de wereld veerkrachtiger te maken. En we weten allemaal dat we studenten hiervoor op de eerste plaats moeten zetten. De kans dat technologie de grootste uitdagingen van onze samenleving zal oplossen, is groter dan ooit.