De energieprijzen rijzen de pan uit. Dat heeft niet alleen gevolgen voor onze energiefactuur thuis, maar ook voor energie-intensieve bedrijven, waaronder datacenters, die nu eenmaal veel stroom nodig hebben om te kunnen functioneren. Als we verder kijken dan de gevolgen op korte termijn, dan is dit voor de overheid een unieke kans om onze Belgische datacenters op de kaart te zetten.
Voor het draaien van een datacenter is stroom zonder twijfel de grootste kost. Maar uiteindelijk zal de prijs ook terug dalen, al moeten we er wel rekening mee houden dat de energiekost zo’n dertig tot veertig procent hoger zal blijven dan in de voorgaande jaren. En zo krijgt ook de klant met een indexering te maken.
Heffingen herverdelen
Voorlopig heeft de prijsstijging weinig invloed op het klantenbestand van een datacenter. Enerzijds omdat de kosten voor een stuk door het datacenter zelf geabsorbeerd worden, anderzijds ook omdat bedrijven door de digitalisering gewoonweg niet op hun data mogen besparen. Een lokaal datacenter is in dat opzicht trouwens een van de voordeligste opties, aangezien bedrijven hiermee concrete afspraken kunnen maken. Ook bij cloudproviders klimmen de prijzen naar ongeziene hoogten, maar de kans lijkt klein dat deze tarieven zich over enkele maanden zullen herstellen.
Net daardoor is het een unieke opportuniteit om onze Belgische datacenters op de Europese kaart te zetten. De grootste factor in de energieprijs heeft de overheid immers zelf in de hand. Het zijn vooral de heffingen op elektriciteit die de kosten doen toenemen, los van geopolitieke perikelen natuurlijk. België doet er de komende jaren goed aan de belastingen op energiebronnen onder de loep te nemen. Voor heel wat energie-intensieve bedrijven kan een beter evenwicht in deze taksen noodzakelijk zijn om te overleven. En als datacenter biedt het zelfs een mogelijkheid om onze concurrentiepositie te versterken en ervoor te zorgen dat ook buitenlandse ondernemingen vaker met Belgische spelers willen samenwerken.
Focus op efficiëntie
De stijgende energieprijzen maken daarnaast ook duidelijk dat iedereen eens moet nadenken over zijn stroomverbruik en een paar aanpassingen moet doorvoeren. In de privésfeer zal de opkomst van sensoren en domotica op termijn voor een slimmere energieconsumptie zorgen. Ook voor bedrijven is efficiëntie meer dan ooit het belangrijkste woordje in het woordenboek. Zo vindt het milieuverhaal ook op C-level een steeds enthousiaster publiek.
Voor bedrijven die veel energie verbruiken, is groene stroom echter niet de ultieme oplossing. Het is ook niet mogelijk om een datacenter honderd procent klimaatneutraal te maken. Vergelijk het met vliegen: je kunt alleen maar klimaatneutraal reizen door nooit het vliegtuig te nemen. Bedrijven verbruiken enkel stroom die ze nodig hebben. Maar de manier waarop ze dat doen, kan wel een verschil maken.
Aangezien stroom voor datacenters essentieel is, zijn zij vanuit economisch perspectief al langer bezig met het efficiënter maken van hun energieverbruik. Nieuwe technologieën maken dit bovendien iets gemakkelijker: vandaag hebben we meer controle over onze servers en slagen we er ook in om die servers beter met elkaar te laten communiceren. Dat zorgt voor een grotere efficiëntie en een beter gebruik van resources.
De torenhoge energieprijzen zullen straks dus waarschijnlijk wel opnieuw dalen, maar we staan op een kantelpunt om op een slimmere manier met elektriciteit om te gaan. De bal ligt in het kamp van de overheid om datacenters en andere energie-intensieve bedrijven te ondersteunen. Aan de ene kant zullen we daardoor efficiënter kunnen werken, en aan de andere kant biedt het een uniek perspectief om internationaal een stevigere voet aan de grond te krijgen.