Nu we halverwege het schooljaar en het academiejaar zijn, vraagt iedereen zich luidop af wat er zal overblijven van het afstandsonderwijs. Na een ongezien jaar waarin onderwijssystemen over de hele wereld een bikkelharde stresstest ondergingen, heerst er nu een sfeer van optimisme. Leren is het afgelopen jaar geëvolueerd van een stijve klassikale activiteit tot een mix van on- en offline-leeromgevingen.
Door de pandemie moest die digitale transformatie van scholen in ijltempo gebeuren. Maar het resultaat mag er wezen: het inspireert studenten, geeft leerkrachten meer slagkracht en biedt ouders extra ondersteuning. Het onderwijs is nu minder afhankelijk van een nieuwe golf besmettingen of andere onverwachte gebeurtenissen. En dat is nog maar het begin.
Onderwijsautoriteiten, schooldirecteurs, leerkrachten en ouders zetten samen alles op alles om de continuïteit van het onderwijs te verzekeren en ervoor te zorgen dat geen enkele student zijn of haar vooruitzichten, dromen en ambities de voorbije achttien maanden in de diepvriezer moest steken. In de praktijk werd meteen een digitale kloof duidelijk tussen leerlingen met toegang tot apparaten, digitale tools en een internetverbinding, en zij die het zonder moesten stellen. Die elementen bepaalden het voorbije jaar of iemand ononderbroken les kon blijven volgen, waardoor duidelijk werd hoe dringend strategische technologische investeringen nodig zijn om onderwijs op lange termijn voor iedereen te verzekeren.
Achterstand
Onderzoek toonde in 2020 aan dat het Vlaamse onderwijs een grote achterstand heeft op het vlak van digitalisering. De helft van de Vlaamse schoolgebouwen zijn minstens vijftig jaar oud en zijn simpelweg niet geschikt voor wifi. Bovendien blijken heel wat kinderen niet over een laptop te beschikken. Ook met het verplichte afstandsonderwijs door de coronacrisis leidde dit tot problemen. Niet alle leerlingen konden van thuis inloggen op de computer om les te volgen. De razendsnelle digitale vooruitgang die de coronacrisis veroorzaakte, kreeg niet iedereen mee. Het was dus alle hens aan dek: de publieke- en de privésector deden samen al het mogelijke om voor iedereen doorlopend en toegankelijk onderwijs te voorzien. Eerder beloofde Vlaams minister voor onderwijs Ben Weyts al gratis laptops aan alle Vlaamse leerlingen vanaf het vijfde leerjaar. Dat initiatief kadert in de Digisprong, een ambitieus plan waarvoor maar liefst 375 miljoen euro werd uitgetrokken.
Het actieplan benadrukt hoe onderwijs een motor kan zijn om het potentieel van Vlaanderen te ontplooien en de heropbouw na Covid-19 in goede banen te leiden. De focus ligt op de nood aan hervorming en investeringen in het onderwijssysteem, en op de vaardigheden die nodig zijn om met de gevolgen van de pandemie om te gaan.
Op de proef
Er hangt veel af van de transformatie van de onderwijssector – niet het minst de ambities van de studenten en de leerkrachten, van wie de digitale vaardigheden al grondig op de proef zijn gesteld. Permanent weer naar school kunnen, blijft voor iedereen een prioriteit, maar blended learning is de sleutel tot een veerkrachtiger onderwijssysteem. Een systeem waarin leerlingen meer op maat kunnen leren én dat laagdrempeliger is. Terwijl it-leiders de vooruitgang tot nu toe bekrachtigen, is het minstens even belangrijk om het pad te effenen voor de voordelen op langere termijn en een digitale omgeving uit te werken die klaar is voor het zettabytetijdperk. Flexibiliteit, schaalbaarheid en wendbaarheid staan daarin centraal, en dat geldt niet alleen voor de technologie.
Hoe verder de onderwijswereld transformeert, hoe belangrijker het wordt om onderwijsorganisaties flexibele financiële opties aan te reiken. Scholen zijn geen bedrijven en werken met krappe budgetten. Daarom moet er meer aandacht zijn voor financiële ondersteuning, zodat ze meer ademruimte krijgen. As-a-service inkoopmodellen bieden beleidsvormers in het onderwijs de slagkracht om voorrang te geven aan digitale vooruitgang, zonder dat hun it-afdelingen vastgeketend zitten aan stroeve providerovereenkomsten, waardoor ze niet tijdig broodnodige digitale tools kunnen invoeren.
Uiteindelijk biedt dit systeem onderwijsinstellingen de vrijheid om van een strikt capex (kapitaaluitgaven)- of investeringsmodel naar een agile opex (operationele uitgaven)-aanpak over te stappen. Zo kunnen ze beslissingen nemen met het oog op de leerresultaten op lange termijn zonder belemmerd te worden door het onmiddellijke kostenplaatje. Met die mate van zichtbaarheid en controle zijn complexiteit en ongewenste verrassingen verleden tijd en leveren investeringen in technologie gegarandeerd een langdurige meerwaarde op.
Pc-as-a-service
Pc-as-a-service (pcaas) is één voorbeeld van hoe deze aanpak leerkrachten meer vrijheid kan bieden. Voor hen is het niet gemakkelijk om het ideale evenwicht te vinden tussen tijd en middelen. Ze hebben dus zeker baat bij een eenvoudige en efficiënte manier om materiaal te beheren en alle gebruikers te begeleiden, zowel op school als thuis. Nu scholen leeroplossingen op afstand via online-platformen hebben ingevoerd, is het belangrijker dan ooit dat we op om het even welke plek kunnen lesgeven én leren. Daarom biedt pcaas scholen tijdens de pandemie een moderne manier om technologie binnen en buiten de klaslokalen te gebruiken. Dit systeem past bij elk budget doordat het scholen verlost van de kosten en het personeel die bij een klassiek eigendomsmodel horen. Zo helpt het onderwijsinstanties om een naadloze leerervaring te verzekeren, wat er ook gebeurt.
Innovatieve nieuwe services die de digitale transformatie in goede banen leiden, connected tools en informatiebronnen waar alle leerlingen op school én op afstand op kunnen vertrouwen: er zijn redenen genoeg om optimistisch te zijn. Natuurlijk moeten we nog flink bijsturen en aanpassen om de vooruitgang die al is geboekt optimaal te benutten en om de digitale transformatie van het onderwijs op koers te houden.
De studenten in hun school of op hun campus zijn gewapend met nieuwe digitale vaardigheden en competenties die na hun opleiding onmisbaar zullen blijken op de arbeidsmarkt. In een wereld waar technologie steeds sneller evolueert, kunnen we het voorbije jaar gerust beschouwen als de aftrap voor een nieuwe manier van leren. En nu ze een beter kompas hebben om de weg te vinden in het aankomende zettabytetijdperk, kunnen leerlingen, leerkrachten en lokale overheden met meer zelfvertrouwen en gemoedsrust het schooljaar verderzetten.