Geniet het bedrijf van Mark Zuckerberg al een minder fraaie reputatie, ook op het vlak van employer branding worstelt Facebook met een probleem. Weinig jonge mensen willen voor het sociale-mediabedrijf werken.
De bevindingen komen uit het recente en internationale onderzoek van Universum. Daarin de voorkeuren van studenten voor een werkgever. Dat Google en Microsoft bovenaan staan als favoriete werkgever is geen nieuws, dat was vorig jaar ook het geval. Maar dat Facebook het niet goed doet, is opvallend. In de Belgische lijst van vorig jaar dook Facebook zelfs niet op. Terwijl het bedrijf in onze contreien wel aanwervingen plant.
Overdreven
Dat niemand voor Facebook wil werken, is natuurlijk overdreven. Dat weet ik ook wel. Maar in de internationale lijst moeten ze nagenoeg elk technologiebedrijf laten voorgaan als favoriete werkgever bij it-studenten. Nee, niet enkel Google, Microsoft, Apple en Amazon, de andere leden van de zogenaamde GAFA-club. Maar ook it-veteranen (sorry voor de uitdrukking) als Cisco, Oracle of Dell eindigen hoger bij het jonge talent.
Zelfs het Chinese Huawei, bepaald ook niet een onbesproken bedrijf, doet het nog beter in de wereldwijde populariteitsladder bij jongeren. Een rankschikking waar Chinese bedrijven overigens vaak een beetje verder staan.
Op zich is het gek dat Facebook zo achterblijft in deze lijst. Werkzekerheid en financiële stabiliteit blijken – door corona – alsmaar belangrijkere argumenten als jongeren verkiezen ergens te gaan werken. Dat kan het probleem niet zijn. In hun derde kwartaal maakte Facebook 7,9 miljard euro winst. zeventien procent meer dan een jaar eerder.
En het is in theorie een hip bedrijf, dat in de kijker loopt. Facebook heeft 3,5 miljard klanten en is alom tegenwoordig via netwerksite Facebook zelf, maar ook via Whatsapp en Instagram. Al is er natuurlijk wel concurrentie van TikTok. Want jongeren aan zich binden blijkt alsmaar moeilijker.
Klokkenluiders
Bovendien kampt het bedrijf al jaren met een belabberde reputatie. Dat het de laatste weken dagelijks in het nieuws komt met schandaalberichten van klokkenluiders helpt ook niet. Zo stelde Frances Haugen recent dat Facebook interne discussies vaak afsluit door te opteren voor het vele geld in plaats van een veilige omgeving voor gebruikers. Winst primeert op ethisch zakendoen, is vaak de teneur. Facebook spreekt dat tegen.
De onthullingen gingen over Facebook-medewerkers die in de aanloop naar de bestorming van het Capitool op 6 januari intern hadden gewaarschuwd voor ontsporingen op het sociale netwerk. Ook zouden eigen onderzoekers hebben bewezen dat de Facebook-algoritmes burgers leiden naar extreme groeperingen als Qanon. En als ik naar mijn eigen Facebook-feed kijk, zie ik dat daar eveneens geregeld de meeste louche berichten verschijnen. En het houdt maar niet op.
Nieuwe naam
Facebook overweegt zichzelf een nieuwe naam te geven. Of beter, een nieuwe naam voor het bedrijf, niet voor hun sociaal netwerk. Vaak als bedrijven van naam veranderen (Dexia werd Belfius, Citibank werd Beobank) willen ze af van de bijklank die aan de naam hangt.
Maar bij zo’n naamsverandering zou je gaan denken dat de Facebook-top de huidige perikelen vooral als een public relations–probleem ziet. Iets wat je aanpakt door het kind gewoon een andere naam te geven. Door extern anders te communiceren. En dus niet door intern bij te sturen.