Drie voormalige medewerkers van Amerikaanse inlichtingendiensten die als spionnen voor de Verenigde Arabische Emiraten werkten, blijken geavanceerde spionagesoftware te hebben verkwanseld.
Tijdens hun rechtszaak in Washington gaf het trio toe een militair cyberwapen genaamd Karma aan de Golfstaten te hebben verkocht. Deze technologie werd ingezet om mensenrechtenactivisten, journalisten en rivaliserende regeringen af te luisteren. Dit leidde in een aantal gevallen tot ernstige martelpraktijken.
De drie spionnen maakten deel uit van een clandestiene groep, genaamd Project Raven, die de Emiraten hielp met het afluisteren van hun vijanden. Ze braken daartoe in op computernetwerken in Amerika en elders in de wereld. Ook exporteerden ze allerlei militaire cybertools zonder dat de Amerikaanse regering daar toestemming voor had gegeven. De drie spionnen zijn met de Amerikaanse justitiële autoriteiten overeengekomen een boete van 1,7 miljoen dollar te betalen.
Project Raven
De zaak kwam aan het rollen toen persbureau Reuters in 2019 onthullingen deed over het Project Raven. Voormalige Amerikaanse spionnen blijken op grote schaal te handelen in hacker tools. Karma bood toegang tot tientallen miljoenen smartphones en andere mobiele apparatuur. Verder kwam aan het licht dat veel buitenlandse regeringen graag voormalige Amerikaanse spionnen inhuren, Zo kunnen zij geavanceerde software bemachtigen waarvoor exportcontroles gelden.
Volgens Lori Stroud, een voormalige medewerkster van de NSA, werkte het trio in de Emiraten voor het Amerikaanse securitybedrijf CyberPoint. Vervolgens werden ze weggekocht door DarkMatter uit Abu Dhabi, aldus persbureau AP. Sinds details over DarkMatter’s hacking campagne bekend werden, zijn veel werknemers van dat bedrijf overgestapt naar het nieuwe bedrijf G42. Dat laatste bedrijf wordt in verband gebracht met een mobiele app die vermoedelijk als tool voor spionage wordt gebruikt.