Technologie vormt veruit de grootste lobbysector in de Europese Unie (EU). Jaarlijks wordt hier bijna honderd miljoen euro ingestoken. Vooral lobbyisten van Big Tech maken Brussel onveilig. Een handjevol merendeels Amerikaanse techbedrijven is daarbij dominant.
Dit blijkt uit het rapport ‘The Lobby Network’. Samenstellers Corporate Europe Observatory en Lobbycontrol bieden een gedetailleerd overzicht van de EU-lobbykracht van de tech-industrie. Slechts tien ondernemingen zijn goed voor bijna een derde van de totale uitgaven van de technologielobby. Google, Facebook Ierland, Microsoft, Apple, Huawei, Amazon, Qualcomm, Intel, IBM en Vodafone België besteden meer dan 32 miljoen euro om hun stem te laten horen in de EU.
Meer dan zeshonderd bedrijven, groepen en bedrijfsverenigingen lobbyen voor het EU-beleid rond de digitale economie. Samen besteden ze jaarlijks 97 miljoen euro aan lobbywerk bij de EU-instellingen. Ook farmaceutische bedrijven, de olie- en gasindustrie, banken en chemie weten de weg naar Brussel te vinden.
Van alle bedrijven die bij de EU lobbyen voor digitaal beleid, is 20 procent in de VS gevestigd. De rapporteurs tekenen hierbij aan dat het werkelijke aantal waarschijnlijk nog hoger is. Minder dan 1 procent heeft een hoofdkantoor in China of Hongkong. Dit betekent dat Chinese bedrijven tot dusver niet zo zwaar hebben geïnvesteerd in het EU-lobbycircuit als hun Amerikaanse tegenhangers. Huawei is wel prominent aanwezig.
Collectief lobbyen
Bedrijven in de digitale industrie lobbyen niet alleen individueel. Ze zijn ook collectief georganiseerd in bedrijven en handelsverenigingen die zelf belangrijke lobby-actoren zijn. Alleen al de bedrijfsverenigingen die namens Big Tech lobbyen, hebben een budget dat veel hoger ligt dan dat van de onderste 75 procent van de bedrijven in de digitale industrie.
De enorme lobbybudgetten van Big Tech hebben een aanzienlijke impact op EU-beleidsmakers, aldus het rapport. Regelmatig komt het voor dat digitale lobbyisten op hun deur kloppen. De ruime middelen waarover ze beschikken, geven hen sneller toegang tot de Brusselse bureaucraten. Hoge ambtenaren van de Europese Commissie hielden 271 vergaderingen, waarvan 75 procent met lobbyisten van de industrie. Google en Facebook leidden het peloton. De lobby spitst zich toe op de voorstellen voor het Digital Services-pakket. Ook de poging van de EU om Big Tech in toom te houden lokt veel lobbywerk uit.
Het rapport laat zien dat Big Tech publiekelijk de voorstellen voor Digital Services steunt, maar op de achtergrond verzet pleegt. Notulen van vergaderingen, gelekte lobbystrategieën en ‘position papers’ bewijzen dat Big Tech nog steeds tegen deze voorstellen lobbyt. Betrokken techbedrijven spannen zich in om harde regels af te zwakken. Deze lobbystrijd is nu verplaatst naar het Europees Parlement en de Raad. Ondanks het gebrek aan transparantie beginnen de onderzoekers de lobbydruk van Big Tech te zien in de EU-hoofdsteden zoals Tallinn, Estland.
Digitale reuzen
Tommaso Valletti, voormalig hoofdeconoom van het directoraat Concurrentie van de Europese Commissie en hoogleraar economie aan het Imperial College, stelt: ‘De economische en politieke macht van de digitale reuzen is groot. Ze zullen niet passief blijven bij mogelijke nieuwe regels die van invloed zijn op de manier waarop ze hun zaken doen. Daarom moeten de EU-instellingen dringend de manier veranderen waarop ze met deze lobbying omgaan en de kracht van Big Tech beperken.’
Big Tech-criticus Shoshana Zuboff constateert dat de grootste it-concerns uitgebreid denktanks voor hun karretje spannen. Dit gebeurt ook met industriegroepen, vooraanstaande namen, adviesbureaus en academisch onderzoekers. De grote Amerikaanse techbedrijven geven financiële ondersteuning aan een breed netwerk van derden, zo blijkt uit het rapport. Langs die weg kunnen ze hun invloed doen gelden. Deze links worden vaak niet bekendgemaakt, waardoor mogelijke vooroordelen en belangenconflicten worden verdoezeld. Er zijn veertien denktanks en ngo’s die nauwe banden hebben met Big Tech-bedrijven.