De belangstelling van jongeren voor Stem (Science, Technology, Engineering & Mathematics)-opleidingen groeit. Al gaat het traag en met name in het algemeen secundair en hoger onderwijs.
Het is al jaren een heet hangijzer, ook in de ict-sector: de instroom van technisch geschoolden. Het aantal leerlingen dat in het eerste middelbaar kiest voor een Stem-opleiding zit alvast in stijgende lijn. Ging het in 2009 nog om een derde van de leerlingen, dan was dat in het schooljaar 2019-2020 gestegen tot 36 procent. Dat blijkt uit de recente Stem-monitor.
Daar zijn de meisjes
In het secundair werd de richting in het leven geroepen om meer kinderen naar ingenieurs-, wetenschappelijke en wiskundige richtingen in het hoger onderwijs te leiden, maar ook naar technische opleidingen, zoals ontwikkelaar, laborant of onderhoudstechnicus.
Wat opvalt is dat in het algemeen secundair onderwijs de technisch-wetenschappelijke opleidingen meer meisjes dan jongens trekken. Op een jaar groeide hun aandeel in de derde graad aan met 1,2 procentpunten, tot 51,8 procent in het schooljaar 2019-2020.
Ook opvallend is dat in het hoger onderwijs ruim 47 procent van de eerstejaars voor Stem-opleidingen opteren. In het hoger onderwijs is het aandeel meisjes in tien jaar tijd met bijna negen procent toegenomen.
Andere richtingen
Toch zijn er ook aandachtspunten. Zo daalt in het eerste jaar van zowel de tweede als de derde graad bijzonder secundair onderwijs het aantal stem’ers. In totaal gaat het over een daling met zo’n duizend leerlingen.
In het technisch secundair onderwijs is er een stijging van amper 0,5 procentpunt. Of hoe de toename in Stem-profielen niet op elk onderwijsniveau gebeurt.