Het Duitse Bosch heeft in Dresden, in het oosten van Duitsland, een nieuwe chipfabriek ingehuldigd. De faciliteit gaat een halfjaar eerder open dan gepland, omdat de auto-industrie met een tekort aan chips kampt.
De (prototype)productie in de fabriek startte zelfs al in januari van dit jaar, met de aanmaak van halfgeleiders die gebruikt worden in elektrische en hybride voertuigen. In de zes weken die nodig zijn om de wafers te produceren, doorlopen ze zo’n 250 afzonderlijke, volledig geautomatiseerde fabricagestappen. Deze microchipprototypes zijn nu voor het eerst in elektronische componenten in te bouwen en te testen. In maart start Bosch met de eerste productieruns van uiterst complexe geïntegreerde circuits. Om van de wafers afgewerkte halfgeleiderchips te maken, ondergaan ze zo’n zevenhonderd bewerkingsstappen die meer dan tien weken in beslag nemen.
Bosch bakt zijn chips in Dresden op 300-millimeter-fabricage, waarbij op één enkele wafer 31.000 afzonderlijke chips zijn te plaatsen. Dat is een stuk meer dan er uit conventionele 150- en 200-millimeterwafers zijn te halen.
De bouw van de halfgeleiderfabriek begon in juni 2018 op een stuk grond van ongeveer 100.000 vierkante meter. Tot zevenhonderd medewerkers zullen de fabriek in Dresden bevolken om de productie te controleren en te bewaken en de machines te onderhouden. Momenteel lopen er zo’n 250 werknemers rond. De fabriek kostte Bosch zo’n miljard euro, de grootste investering die het concern ooit deed.