Moederbedrijf Orange Frankrijk is er niet in geslaagd zijn Belgische dochter volledig over te nemen. De karige biedprijs van de Fransen kon te weinig aandeelhouders overtuigen om hun papier te verkopen.
Orange wist de hand te leggen op nog geen 51 procent van de vrij verhandelbare aandelen, de zogenaamde ‘free float’. Om Orange België van de beurs te kunnen halen, was negentig procent vereist. Alles in totaal heeft Parijs nu zo’n 77 procent van de aandelen in handen. Het telecombedrijf blijft gewoon beursgenoteerd op de beurs van Brussel.
‘We hebben het doel bereikt dat we onszelf hadden gesteld: een eerlijke prijs bieden aan aandeelhouders die hun aandelen te gelde wilden maken en ons belang in Orange Belgium versterken’, zegt Orange in een mededeling. ‘Met bijna 77 procent van het kapitaal in handen, beschikken we nu over de middelen om de financiële flexibiliteit van Orange Belgium te verbeteren, de strategie voor waardecreatie op lange termijn doeltreffender in te zetten en in staat te stellen beter in te spelen op belangrijke transformaties van de Belgische markt.’
Of de prijs die Orange bood voor zijn Belgische dochter (22 euro per aandeel) wel eerlijk is, daarover zijn de meningen van de aandeelhouders verdeeld. Ten tijde van het originele bod, eind vorig jaar, leek dat een mooie premie ten opzichte van de koers van zestien euro. Maar al snel kwam er kritiek. Het Britse fonds Polygon bijvoorbeeld noemde de waardering ‘bespottelijk’, omdat Frankrijk geen rekening hield met de waarde van het zendmastenpark van Orange België.
Toen het duidelijk werd dat de meerderheid van de aandeelhouders niet overstag zou gaan, verlengden de Fransen hun bod eenmalig, maar dan wel zonder de biedprijs te verhogen. Met het huidige resultaat.