België hinkt ten opzichte van andere Europese landen stevig achterop wat betreft het aantal datacenters. Dat blijkt uit de Data Center Location Index, van het studie- en ontwerpbureau Arcadis. De grote big tech-bedrijven laten ons land links liggen als ze nieuwe datacenters bouwen, onder meer omdat de vergunningen te lang op zich laten wachten.
Ons land heeft dringend meer datacenters nodig als we in de toekomst massaal willen blijven Netflixen en thuiswerken. Bovendien zal de uitrol van 5G en de opkomst van zelfrijdende wagens het probleem alleen maar groter maken. Dat concludeert de Data Center Location Index van Arcadis. Die index meet de ‘geschiktheid’ van landen voor datacenterinvesteringen aan de hand van verschillende parameters, zoals de stroomprijs, de gegarandeerde aanvoer van energie, het niveau van cybersecurity, het aantal breedbandaansluitingen en de administratieve rompslomp.
Traag vergunningenbeleid
De resultaten voor ons land zijn niet bepaald rooskleurig. België bekleedt amper een 32ste plaats. Enkel Tsjechië en Portugal scoren nog slechter in Europa. Onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland doen het stukken beter.
‘Grote datacenters vertegenwoordigen evenredige investeringen bij big-techbedrijven’, zegt Peter Toulet, de datacenterexpert bij Arcadis. ‘Zij willen dan ook dat hun datacenters snel operationeel zijn. Een van de struikelblokken om vandaag grote datacenters in ons land te bouwen, blijkt een traag vergunningenbeleid te zijn. Kennis van de lokale markt en voorschriften is dan ook cruciaal.’
Toch is niet alles verloren voor België. Ons land zou bijvoorbeeld veel sterker kunnen inzetten op zogenaamde ‘edge data centers’, zegt Arcadis. Deze lokale, kleinere datacenters staan in verbinding met de grote datacenters in pakweg Londen, Amsterdam of Frankfurt en verbeteren de connectiviteit en de snelheid van de dataoverdracht, dichtbij de gebruiker. De kortere tijd tussen het ontwerp en de ingebruikname van zo’n kleiner datacenter is ook interessanter voor investeerders en technologiebedrijven.
‘België is vandaag een blinde vlek als het gaat om grote datacenters’, zegt Kristof Peperstraete, ceo van Arcadis België. ‘Dat komt doordat ons land geen rechtstreekse glasvezelverbinding heeft met de Verenigde Staten, waar de grote techbedrijven huizen. Nederland heeft dat wel en de regio rond Amsterdam is dan ook een hot spot voor datacenters. Maar Nederland zit aan zijn limiet, de druk van al die datacenters op het Nederlandse elektriciteitsnet is enorm. Onvermijdelijk zal er de komende jaren dan ook naar ons land gekeken worden om hier – kleinere – datacenters te bouwen.’
Arcadis wijst ook op nog enkele ‘bijkomende’ voordelen van zo’n aanpak. De restwarmte die deze ‘edge data centers’ genereren kan gebruikt worden als verwarmingsbron, bijvoorbeeld via een warmtenet. Één ‘edge data center’ kan twintigduizend gezinnen van warmte voorzien, zo toont de praktijk aan in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Edge data centers kunnen dus ook helpen om de CO2-uitstoot naar beneden te halen en milieudoelstellingen te realiseren.
Het volledige rapport kan hier gedownload worden.