De negatieve omzetresultaten in het financiële wezen, een van de drie hoofdsectoren van Ordina, drukken nog altijd op de cijfers van de ict-dienstverlener. Toch is bestuursvoorzitter Jo Maes hoopvol gestemd over de kansen die hier voor zijn bedrijf liggen.
Ordina noteerde over het afgelopen jaar een dikke min voor zijn prestaties in de financiële dienstverlening. De omzet daalde daar in 2020 met 7,2 procent naar 98,6 miljoen euro. De ict-dienstverlener verklaart dit door steeds te wijzen op het in Nederland afbouwen van de externe medewerkers op opdrachten. Dat heeft aan omzet zo’n tien miljoen euro gekost, meldt het bedrijf in een toelichting vanochtend op de jaarcijfers. Topman Jo Maes is hoopvol gestemd over het herstel voor het it-huis in deze markt.
Toch valt op dat Ordina het omzetverlies door de afbouw van inhuur niet heeft kunnen compenseren met extra inkomsten uit de juist toenemende digitalisering bij de Nederlandse grootbanken. Heeft het bedrijf hier de boot gemist? Daar is de ceo het niet mee eens. Hij legt uit dat Ordina zo’n tien jaar geleden een sterke positie had in de ‘klassieke it’, maar daarna is meegegaan in de moderniseringsslag van applicatie-rationalisatie en versimpeling. ‘Daarnaast hebben wij de afgelopen jaren op drie gebieden business platforms neergezet: klantinteractie, compliance rond wet- en regelgeving en fraudedetectie.’
Maes wijst bijvoorbeeld op de Belgische bank KBC. Daar heeft Ordina de persoonlijke digitale assistent Francis uitgebouwd van een mobiele app naar een volwaardig digitaal platform. Hij voorziet dat meer banken de oplossingen van Ordina gaan inzetten, maar ‘het blijft een sector die het momenteel niet makkelijk heeft. Kijk alleen maar al naar de extreem lage rentes.’
Lees meer over de jaarcijfers: Ordina: werk aan de winkel voor omzetgroei.