Op 1 januari van dit jaar zijn in de Russische Federatie de laatste onderdelen van twee federale wetten van kracht geworden. Alle overheden en bedrijven die er via internet openbare informatie verschaffen, zijn nu verplicht om gebruik te maken van het door de federale overheid opgezette domeinnamensysteem. Eigenaren van internationale communicatieverbindingen moesten uiterlijk op genoemde datum door de overheid voorgeschreven hardware geïnstalleerd hebben.
Het wetsamendement waarin een en ander is vastgelegd werd al op 1 mei 2019 door president Putin ondertekend. De toenmalige oppositie beschreef het wetsvoorstel als ‘digitale slavernij en de introductie van internetcensuur’. Wat dat betreft is er weinig nieuws onder de zon, zeker als je bedenkt dat de wet zelf, waarin het eigen domeinnamensysteem werd vastgelegd, al uit 2003 stamt.
Als je de recente beelden ziet, waarin de Russische politie er flink op los mept tijdens de demonstraties voor de vrijlating van oppositieleider Navalny, vraag je je af wat de gemiddelde inwoner van Rusland daar nog van te zien krijgt in de online-media, via buitenlandse websites. Aan de andere kant wordt de uitgaande media over de protesten zo te zien niet effectief tegengehouden en wijzen de van Vladivostok tot Sint Petersburg gecoördineerde protesten erop dat ook het gebruik van internet nog niet effectief belemmerd is voor de protestbeweging.
Icann en de VS onder vuur
In een op 20 januari verschenen rapport van Icann, de internationale organisatie die het domeinnamensysteem op internet reguleert, wordt vooral gefocust op alle (andere) wetten en regelingen die tussen november 2019 tot november 2020 op internetgebied in Rusland van kracht zijn geworden. Daarin worden de verfijningen op het gebied van de (gratis ter beschikking gestelde) hardware aan de internetserviceproviders en andere technische aspecten die ervoor moeten zorgen dat, naast het eigen top-level-domein, de federale autoriteiten effectief alles kunnen ‘beschermen’. Het daarvoor in het leven geroepen agentschap Roskomnadzor – in het Engels Federal Service for Communications, Information Technology and Mass Media Oversight geheten – moet ‘de baas op internet’ kunnen zijn bij potentiële bedreigingen.
Het rapport van Icann geeft daarnaast een interessant overzicht van alle internet- en cybersecurity-gerelateerde uitspraken van Rusland die verband houden met de buitenlandse politiek. Rusland wil meer dan alleen in eigen land internet kunnen controleren en pleit voor een meer evenwichtige invloed van andere landen via de Verenigde Naties en de direct daaraan gelieerde ITU voor een betere en eerlijkere internet-governance. Want nu valt Icann nog volledig onder de jurisdictie van de VS. Staatsrechtelijk en juridisch gezien klopt dat wellicht, maar dat in praktijk het multi-stakeholdermodel, ondanks de vele terechte bezwaren, wel tot andere uitkomsten kan leiden, bewees vorig jaar de beslissing van Icann om de verkoop van het org-domeinnaam aan private equity tegen te houden.
Trumps geopolitiek
Met name annex 4 van het Internet Society-rapport spreekt boekdelen over waar de pijn zit voor Rusland, met een weergave van een toespraak van (voormalig president en eerste minister, nu hoofd cybersecurity) Medvedev. Hierin herinnert hij eraan dat Amerika eerder geprobeerd heeft Rusland weg te houden aan deelname bij het internationale systeem voor financiële transacties Swift en hoe recent onder Trump China het slachtoffer is geworden van geopolitiek, waar internet steeds meer een rol speelt.
Ook de recente poging van de intussen vertrokken Trump om de macht van de sociale media aan banden te leggen naar aanleiding van zijn verwijdering van Twitter, komt er aan de orde als bedreiging voor de soevereiniteit op internetgebied van andere landen.