In het Financieele Dagblad stond een artikel over het mogelijk vroegtijdig falen van het Europese cloud-initiatief. Die conclusie lijkt voorbarig gezien de belangen die op het spel zijn en de resources die vanuit de EU worden vrijgemaakt. Buiten de vorming van een pan-Europees blok is er nog een andere drijver voor een cloud naar Europese standaarden: de klant. Jawel, mijnheer.
Mijn filosofie is dat klanten vrij moeten zijn om te komen én om te gaan. De kwaliteit van je dienstverlening (in relatie tot de prijs) bepaalt of klant tevreden is en blijft. Binnen onze sector is een manier om dat te bereiken, open standaarden te hanteren en interoperabiliteit te garanderen. Niet alleen op basaal niveau, zoals e-mail en connectiviteit, maar ook op productniveau. Vendor lock-in is binnen onze industrie een ‘eeuwenoud’ fenomeen gebaseerd op de overtuiging van de ip-houders dat hun technologie de beste is. Waarom zou je dan ook überhaupt willen stappen naar een ander product? Vroeger dachten we dat met de komst van cloud computing, de lock-ins tot het verleden zouden behoren en dat de marktwerking zou zorgen voor zelfreiniging van de industrie.
We weten nu dat die gedachte naïef was en Europa wordt wakker. Waar de dominantie van leveranciers uit andere werelddelen decennialang min of meer vanzelfsprekend was, worden vanuit verschillende kanten de krachten gebundeld. Gaia-X is zo’n initiatief en meer recentelijk is de vorming van cloud-allianties een teken aan de wand. Vanuit de EU wordt ook werk gemaakt van een Europese cloud, met een budget van tien miljard euro en commissaris Interne Markten Thierry Breton die zich manifesteert als een aanjager en verbinder. Hij zoekt nadrukkelijk het contact met de lidstaten en de hosting- en infrastructuur-bedrijven in deze landen om draagvlak te creëren voor de Europese plannen.
Het doel? Een level playing field in Europa op het gebied van cloud en infrastructuur dat Europese (tech-)ondernemingen helpt bij hun innovaties en bij de digitale transformatie. Merk op dat digitalisering door de EU is bestempeld als kernelement binnen het grote herstelplan onder de naam Next Generation EU. Voldoende signalen dus dat Europa hier serieuze plannen mee heeft.
Ander spel
Open standaarden en interoperabiliteit zijn binnen deze setting de thema’s die circuleren, om de (gefedereerde) Europese cloud te bouwen. De rest van de wereld speelt helaas een ander spel. China, de VS en Rusland exporteren hun clouddiensten en houden daarbij vast aan hun eigen lokale wet- en regelgeving, die niet altijd strookt met de Europese opvattingen. De EU heeft met AVG/GDPR de eerste stap gezet om te zorgen dat het aanbieden van deze diensten in Europa gebonden is aan onze dataprivacyregels. Het is nu tijd voor de realisatie van een gelijk speelveld op het gebied van cloud-infrastructuur, om harde en minder harde lock-ins bij hyperscalers te verwijzen naar het verleden.
Het omarmen van open standaarden speelt hierbij een belangrijke rol en het is cruciaal dat deze volgens Europese normen geïmplementeerd worden. Daarbij geldt dat de api’s die worden ontwikkeld om de interoperabiliteit te bevorderen, niet alleen open zijn, maar ook vendor-neutraal. Zo is de objectstorage S3-API min of meer open te noemen, maar ligt de regie en controle op de ontwikkeling van deze de-facto industriestandaard bij één partij.
Om Europa te positioneren op het gebied van cloud en infrastructuur, moeten we streven naar een situatie van eerlijke competitie. Alle marktpartijen die op dit vlak actief willen zijn binnen de regio, confirmeren zich aan de geldende regels in de regio. Hoewel je het protectionistisch zou kunnen noemen, is het geen vreemd standpunt. Bovendien faciliteren die regels openheid en interoperabiliteit op alle niveaus, zodat afnemers van clouddiensten écht vrij zijn om te komen en te gaan wanneer ze willen.