Managers moeten hun werknemers meer vertrouwen en promotie-eisen dienen voor iedereen duidelijk te zijn en mogen niet afhangen van fysieke aanwezigheid of band met de baas. Ook vakbonden en wetgeving moeten zich aanpassen aan de nieuwe vorm van werken.
Dit zijn conclusies uit het paneldebat dat gisteren plaatsvond naar aanleiding van een onderzoek naar thuiswerken van Vanson Bourne in opdracht van VMware. Deelnemers waren Dr Carl Benedikt Frey, directeur van het Future of Work-programma van universiteit Oxford, Véronique Karcenty, topvrouw bij de Franse Orange Group, en Kristine Dahl Steidel, bij VMware verantwoordelijk voor de eindgebruikerstools binnen EMEA. Ben Bland, bekend van de BBC, leidde het debat.
Werknemerswelzijn cruciaal
Om het nieuwe normaal te laten slagen, is allereerst het werknemerswelzijn volgens de panelleden cruciaal. Frey: ‘Medewerkers, en zeker de jongere generatie, verwacht op afstand te kunnen werken. Het wordt niet meer gezien als een voordeel, maar als een vanzelfsprekende arbeidsvoorwaarde.’ De schrijver van het boek ‘The Technology Trap’ (over de relatie tussen automatisering en arbeid) benadrukt dat remote werken ook discriminatie in de hand kan werken. Als voorbeeld noemt hij de gevolgen van de situatie van voor de pandemie, waarin een rijkere medewerker zich het wel kan veroorloven dicht bij het kantoor te werken en een armere medewerker niet. ‘De kans is groot dat de rijke medewerkers na de pandemie sneller de stap terug naar kantoor zal zetten en dus meer in (informeel) contact komt met zijn of haar leidinggevende en hierdoor meer kans maakt op promotie. De armere medewerker die verder woont, zal dit niet zo snel kunnen doen.’ Het is daarom essentieel dat promotie-eisen voor iedereen duidelijk zijn en alle medewerkers evenveel kans maken.
Offshoring in de lift dankzij thuiswerken
Als tweede belangrijke punt noemt Dahl Steidel dat het nieuwe normaal leidt tot nieuwe verhoudingen tussen bestaande en nieuwe werknemers. Volgens haar moeten we alles opnieuw uitvinden. Zo zullen er minder kantoren en minder verplaatsingen zijn, terwijl de mogelijkheden voor recruiters toenemen. Immers, ze zijn niet langer gebonden aan de woonplaats van de potentiële nieuwe werknemers. Ook Frey wijst hierop en voorspelt dat bedrijven meer activiteiten zullen offshoren naar ontwikkelingslanden, waar de loonkosten lager zijn. Karcenty vindt dat, zeker in Frankrijk, de vakbonden veel macht hebben en zich ook aan moeten passen aan deze nieuwe werkelijkheid. Zo is er in Frankrijk de regel dat er minimaal elf uur moet zitten tussen twee werkdagen. Maar als iemand ’s avonds nog even doorwerkt en de volgende dag vroeg begint, wordt dit niet gehaald. Dit zijn zaken die hun weg nog moeten vinden.
Blijft middenmanagement relevant?
Presentator Ben Bland vraagt zich af of managers nog wel nodig zijn, nu iedereen zelfstandig(er) moet zijn omdat we thuiswerken. Frey meent dat managers in de klassieke zin van het woord, als in het aansturen van productieteams, verdwijnen. Hij voorspelt dat creatief werk gaat floreren en dat leiddinggevenden dan wel onderdeel blijven van die creatieve laag. Wel zullen er minder managers nodig zijn. De Oxford-doctor verwacht dat ze zich wel aan moeten passen aan meer en meer autonome teams. ‘Check niet langer de werktijden en toon empathie. Hier ligt niet alleen een rol voor managers, ook wetgeving en de vakbonden zullen zich aan de nieuwe werkelijkheid moeten aanpassen.’
Kantoor van de toekomst
Dan het kantoor van de toekomst, hoe ziet die eruit? . Volgens Frey verdwijnen de wolkenkrabbers en is het voor (nieuwe) bedrijven niet langer een must om zich te vestigen in stadscentra met hoge huren. Hij verwacht dan ook een verplaatsing van kantoren naar de randen van de stad. Karcenty voegt hieraan toe dat Orange aan het nadenken is over co-workingspaces. ‘In Frankrijk wonen veel mensen, zeker in Parijs, in kleine appartementen en is thuiswerken niet altijd goed mogelijk. Voor deze groep, en ook de groep die niet dagelijks de soms lange reis naar kantoor wil maken, willen we co-workingspaces realiseren. Hierbij werk je niet samen met je afdeling, maar wel met andere werknemers van Orange.’