De Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn stopt een test met zelfrijdende shuttle-bussen in enkele steden. Dat meldt De Tijd. Er zijn te veel technologische hinderpalen en het project is te duur. De tests met zelfrijdende shuttles op de luchthaven van Zaventem blijft behouden, maar de introductie wordt wel opgeschoven.
De Lijn was van plan om de shuttles in te zetten op vaste trajecten in Antwerpen, Leuven, Mechelen en Genk. Van de vijf bedrijven waarbij een offerte werd aangevraagd, was er maar een die een dossier indiende. Dat is voor De Lijn het signaal om het project te stoppen: de technologische hinderpalen om een busje autonoom en veilig door een stad te laten rijden, zouden nog te groot zijn.
Naast technologische obstakels was ook de kostprijs van het project veel hoger dan eerst begroot. Aanvankelijk ging De Lijn uit van vier miljoen euro per jaar. Maar alleen al in Leuven zou een investering van dertig miljoen euro nodig zijn, bovenop werkingskosten van jaarlijks drie miljoen en bijkomende uitgaven aan de weginfrastructuur.
Het gelijkaardige testproject dat De Lijn vorig jaar opzette op de luchthaven van Zaventem, met shuttles van de Nederlandse constructeur 2getthere, gaat voorlopig wel door, al zou ook dat project aan een zijden draadje hebben gehangen, weet De Tijd. Wel krijgt het dossier een langere horizon. Het was eerst de bedoeling dat de busjes vanaf volgend jaar op de luchthaven zouden rondrijden. Dat wordt nu ten vroegste 2022.