Liefst 84 procent van de kantoorwerkers wil in 2021 kunnen kiezen of ze thuis of op kantoor werken en zelf hun werkuren organiseren, zelfs wanneer werken op kantoor weer mogelijk is. Dat blijkt uit een onderzoek van Cisco. Ruim de helft wil dezelfde autonomie als tijdens de lockdown.
Belgische werknemers willen in de toekomst grotendeels blijven thuiswerken. Dat blijkt uit een Europees onderzoek van Cisco bij iets meer dan tienduizend medewerkers in twaalf landen waaronder België. Volgens de enquête staat de nieuwe manier van werken voor medewerkers gelijk met meer autonomie (55 procent), samenwerken met collega’s op afstand (58 procent) en een snellere besluitvorming dan vroeger (51 procent).
Hoewel slechts 5 procent van de ondervraagden al hoofdzakelijk van thuis werkte vóór de lockdown, hoopt een overweldigende meerderheid deze gewonnen autonomie nu te kunnen behouden. Acht van de tien Belgen (84 procent) wil zelf bepalen wanneer ze op kantoor, dan wel op verplaatsing werken. Wanneer de Belgen terugkijken op het afgelopen halfjaar, kan iets minder dan twee derde (59 procent) de voordelen en uitdagingen van thuiswerken beter inschatten. Ze voelden meer vertrouwen van hun leidinggevenden om goed werk af te leveren (47 procent) en konden werk en privé beter combineren: 48 procent bijvoorbeeld bewoog meer. Om zijn tijd productiever en efficiënter te gebruiken wil 56 procent minder verplaatsingen in de toekomst.
Zowat 69 procent van de ondervraagden vindt dat bedrijven hun personeel thuis en op kantoor vergelijkbare technologieën moeten geven. Ruim 70 procent is van mening dat de lockdown heeft aangetoond dat werknemers niet zozeer in dezelfde ruimte hoeven te zijn om effectief samen te werken. Werknemers van alle leeftijden pleiten ook voor meer opleiding: 74 procent denkt dat meer training in technologie en digitale vaardigheden cruciaal zal zijn voor de toekomst van bedrijven.