België zit qua digitalisering van de overheid op het EU-gemiddelde. Maar het daadwerkelijk gebruik van online-kanalen voor overheidsdiensten blijft achter. Het potentieel hiervan wordt onvoldoende benut.
Dit blijkt uit de ‘E-government Benchmark 2020’, een studie die Capgemini samen met Sogeti, IDC en Politecnico di Milano heeft gedaan. Opdrachtgever was de Europese Commissie. Uit een analyse van ruim tienduizend overheidswebsites in 36 Europese landen komt naar voren dat meer diensten in het publieke domein online beschikbaar komen.
In het onderzoek wordt de Belgische overheid aangeraden de burgers meer bewust te maken van de bestaande online-dienstverlening. Meer gebruik wordt wenselijk geacht. Overigens is de penetratie van het gebruik de afgelopen vier jaar wel verbeterd. De groei was in lijn met het gemiddelde binnen de EU. De Belgische breedband-infrastructuur en kwaliteit van de connectiviteit zitten op het EU-gemiddelde, zo komt uit het vergelijkende onderzoek naar voren.
Qua online beschikbaarheid is Malta de koploper in Europa. Ook Portugal, Estland, Oostenrijk en Denemarken liggen ver voor op België. Deze landen leveren ook meer diensten proactief, waarbij data in de backoffice wordt hergebruikt en gedeeld met andere overheidsinstanties om het de gebruiker makkelijker te maken.
Digitale bouwstenen
Met het rapport van 2020 komt een cyclus van vier jaar benchmarken ten einde. Digitale bouwstenen zullen steeds belangrijker worden om de burger te voorzien van gebruiksvriendelijk en veilig e-government. De onderzoekers komen tot de conclusie dat e-government de Europeanen in tijden van social distancing steeds beter ondersteunt, maar dat verdere implementatie van digitale bouwstenen, zoals e-ID en het hergebruik van data, nodig is om de digitale dienstverlening nog een stap verder te brengen.