Opensource heeft de wind in de zeilen. Wie werkt met opensource-oplossingen moet wel weten dat dit gevolgen heeft voor de manier waarop wij als mens in een organisatie kunnen opereren. Wat doet ons brein met de verkregen vrijheid? Hoe benutten we de ruimte voor onze eigen creativiteit? Het werken met en volgens de principes van opensource brengt verschillende emoties in ons los.
Je hebt vertrouwen in de toekomst, die je meer dan ooit zelf in de hand hebt. Je kunt makkelijker stappen zetten als organisatie, niet afhankelijk van de grillen van leveranciers. Medewerkers krijgen het gevoel zelf de koers van de organisatie te kunnen bepalen, zijn optimistisch, vol vertrouwen en zelfverzekerd. The sky is the limit.
Vertrouwen en afhankelijkheden
Vertrouwen is niet alleen een persoonlijke drijfveer in het dagelijks leven. Er bestaat ook zoiets als het corporate vertrouwen. Vertrouwen wordt gezien als een van de belangrijkste psychologische elementen die een bijdrage levert aan de prestaties in de zakelijke wereld. Je hebt immers heel veel mogelijkheden om een doel te bereiken, maar als je niet gelooft dat je dat vermogen hebt, dan behaal je geen succes. Dit effect wordt verder versterkt. Want als je zelfverzekerd bent, ben je ook gemotiveerd, ontspannen, gefocust en ervaar je vooral positieve emoties. Als je daarentegen geen vertrouwen hebt, zul je je waarschijnlijk ongemotiveerd, gestrest en afgeleid zijn en vooral negatieve emoties voelen.
Als je belangrijke bedrijfsprocessen ondersteunt met opensource-software dan ben je afhankelijk van in de eerste plaats de kennis van eigen ontwikkelaars en it’ers. Vervolgens ben je ook afhankelijk van de input die geleverd wordt door een community, die je nooit helemaal kunt beheersen.
Je moet vertrouwen hebben:
- In je eigen organisatie om de gewenste software-updates te realiseren.
- In een echt presterende community.
- In het verantwoordelijkheidsgevoel van de individuele componenten (de mensen) van een community, maar ook in het kwaliteitsgevoel van iedereen. Je moet ervan op aan kunnen dat iedereen dezelfde kwaliteitsstandaarden hanteert.
Nu is vertrouwen gelukkig een vaardigheid die zich ontwikkelt met bewustzijn en oefening. Vertrouwen kun je leren. Zie het als een sportieve vaardigheid. Als je met schaatsen steeds verkeerd leert afzetten, dan word je daar ‘goed’ in en dat zal dan tot uiting komen in de wedstrijden. Bovendien zal die ingewortelde slechte techniek het moeilijker maken om nieuwe goede technieken te leren, omdat het in je spiergeheugen wordt ingebed. Hetzelfde geldt voor vertrouwen. Als je jezelf aanleert om negatief, bezorgd en ontmoedigend te zijn, dan word je een kei in negativiteit. Deze pessimistische grondhouding komt vervolgens naar voren wanneer je je in een belangrijke zakelijke situatie bevindt, zoals een verkoopgesprek of vlak voor een deadline.
Vertrouwen opbouwen is een proces
Vertrouwen moet je als organisatie dus ook leren, maar het is een belangrijk uitgangspunt bij het werken met opensource. Vooral generatie Z, geboren tussen 1995 en 2005, zal niet snel meer genoegen nemen met dichtgetimmerde software die ook nog eens relatief veel geld kost. De huidige generatie professionals verwacht en vereist continue verbeteringen aan de oplossingen die hen in staat stellen hun werk beter te doen. Het is niet gezegd dat softwareleveranciers die hun broncode niet openbaar maken, geen werk maken van innovatie en optimalisatie. Integendeel. Opensource-oplossingen staan ter beschikking van grote communities die gezamenlijk een veel grotere bron van kennis zijn en die niet hoeven op te boksen tegen het grote tekort aan goed geschoolde it-mensen. Je kunt met opensource snel vooruitgang boeken en je ziet dan ook initiatieven ontstaan waarin opensource en ip-gebaseerde platformen met elkaar samenwerken. Om zo het beste van twee werelden te bereiken.
.