Nu de Covid-19-app steeds vaker gedownload wordt, laait de discussie rondom privacy weer op. De uitspraken die Ernst Kuipers eerder op televisie deed over de zeer beperkte privacy die Nederlanders hebben bij het huidige GGD-contactonderzoek waren verhelderend. In hetzelfde programma gaf ook advocaat Geert Jan Knoops een heldere uiteenzetting over grondrechten. Grondrechten zoals leven en het recht op demonstratie staan wel degelijk in een onderlinge verhouding. Met andere woorden, niet alles is geoorloofd omdat het tot de grondrechten behoort.
Indien leven het belangrijkste grondrecht is en veiligheid daarin een bepalende factor, moet er een goede discussie plaatsvinden over privacy. En minstens zo belangrijk: met één maat meten en deze niet oprekken als het even niet goed uitkomt.
De mens, vertrouwen in de democratische rechtsstaat en de rechten van het individu op privacy, staan in Europa, in tegenstelling tot de rest van de wereld, centraal. Europeanen nemen deze waarden mee in onze technologische ontwikkelingen. Vanwege het belang dat de vele landen hechten aan soevereiniteit en privacy is een echte technologische samenwerking tot op heden nog niet gelukt.
Het coronavirus heeft de verhoudingen meer op scherp gezet dan ooit. Veel landen binnen Europa hebben hun grenzen gesloten en hebben eigen apps gebouwd. Om de bescherming en privacy van het eigen volk te waarborgen. Nederland is net zoals veel andere landen ook zelf aan de slag gegaan met de digitale bestrijding van het coronavirus. Dit, terwijl Europa eigenlijk zou moeten samenwerken om corona digitaal te bestrijden. Zeker op technologisch vlak is het belangrijk dit virus gezamenlijk het hoofd te bieden. We moeten als landen niet de illusie hebben dat we dit alleen met onze eigen technologie en experts gedaan krijgen. In de academische wereld wordt al goed samengewerkt, laten we daar een voorbeeld aan nemen.
Verschil van mening
Maar een dergelijke samenwerking is niet makkelijk. Het brengt een aantal belangrijke uitdagingen met zich mee. Zo geeft ieder land zijn eigen invulling aan privacy. En ook al kennen we in Europa de GDPR, niet iedereen houdt zich daar even strikt aan. Oostenrijk en Duitsland zijn daar bijvoorbeeld veel strenger in dan Hongarije. In Nederland hechten wij ook veel belang aan privacy. Dit zien we ook terug na het beoordelen van de ‘Nederlandse’ initiatieven.
Een ander aspect is vertrouwen. Cees Verhoeven deelde al zijn zorg voor eventueel misbruik van gegevens na coronatijd. Belangrijk is dat de burger controle blijft houden over de eigen data. Daarnaast kan een grote samenwerking vertraging opleveren in de realisatie van de applicatie. Na de stortvloed aan kritiek afgelopen weekend op de huidige voorstellen, is vertraging sowieso onvermijdelijk.
Corona-app als kans
Een initiatief dat op deze vereisten is gebaseerd, is het Pan-European Privacy Preserving Proximity Tracing (PEPPT)-protocol. Honderddertig Europese experts werken samen om een protocol te ontwikkelen dat de locatie van gebruikers alleen registreert als daar toestemming voor wordt gegeven. Burgergegevens worden maximaal twee weken op de eigen telefoon opgeslagen. Het verwijderen van de app betekent hierdoor automatisch dat de gegevens gewist worden. Daarnaast hebben alleen gezondheidsdiensten toegang wanneer de gebruiker positief test op corona. Letland heeft de corona-traceerapp hier deels op gebaseerd en ook de broncode beschikbaar gesteld voor andere landen. Europese experts kunnen zich verdiepen in deze broncode en de applicatie naar een nog veiliger en hoger niveau tillen.
Een andere uitdaging die met een Europese samenwerking wordt getackeld is de hoeveelheid gebruikers. In Nederland zou ruim 60 procent van de bevolking de app moeten downloaden om er de juiste bevindingen uit te halen en de effecten te merken. Maar ook bij een veel kleinere deelname kunnen we al belangrijke informatie verzamelen over het virus. Een app die op grotere schaal gebruikt wordt zorgt voor sneller meer inzichten waarop geacteerd kan worden. Bovendien kunnen ook protocollen worden ontwikkeld om op dezelfde basis, informatie tussen gezondheidsorganisaties van verschillende landen uit te wisselen. We zien bij de ontwikkeling van de Nederlandse app dat er rekening wordt gehouden met samenwerking met apps van andere landen.
Mijn hoop is dat met deze samenwerking de trend van ‘ieder land voor zich’ wordt doorbroken. Dat Nederland de samenwerking met Europa opzoekt voor de ontwikkeling van applicaties en inzichten deelt. Alleen door technologisch meer samen te werken en onze kennis te bundelen, kunnen we met technologie een rol van betekenis spelen en de huidige crisis het hoofd bieden. Het coronavirus kan een mooie opmaat zijn naar een sterk Europa dat met technologie sneller en makkelijker de strijd wint van het coronavirus. Zelf zal ik zeker de app installeren om mijn bijdrage te leveren aan het grondrecht veilig leven.
Lukas Roffel, cto bij Thales Nederland