De overname van de Belgische luchtvaartbouwer Asco geeft een goed beeld van de financiële impact van de cyberaanval waarmee de luchtvaartbouwer wekenlang kampte. Het kostenplaatje daarvan loopt in de tientallen miljoenen.
De eigenaarsfamilie achter Asco zou 230 miljoen dollar minder dan verhoopt krijgen bij de verkoop van hun bedrijf dat luchtvaartonderdelen maakt. Van het oorspronkelijke bod van 650 miljoen dollar voor Asco ging het al naar 420 miljoen dollar.
De belangrijkste reden voor de forse daling van de waarde van het Zaventemse bedrijf, blijkt – naast de marktomstandigheden met corona – de cyberaanval die Asco in juni 2019 danig in zijn greep hield. Die legde de fabriek wekenlang stil.
Asco moest zijn it-systemen grondig nakijken en opstarten. Het was een van de spraakmakendste gevallen van ransomware in België. Nadien kwam ook Picanol en recent bij X-Fab als bekende gevallen van cybercriminaliteit en ransomware.
Kostprijs: 20 miljoen euro
Volgens de jaarrekening die Asco onlangs indiende, kostte de hacking het bedrijf vorig jaar vijftien miljoen euro, grotendeels voor kosten rond consultancy. Dit jaar zal die factuur nog eens vijf miljoen euro aandikken, vertelt ceo Christian Boas aan zakenkrant De Tijd.
De kosten zijn erger dan gevreesd, erkent Christian Boas. Wie achter de aanval zit, weet Asco nog altijd niet. Wel geven ze mee dat ze nooit iets van het gevraagde losgeld hebben betaald.
Verzekering?
Was Asco dan niet verzekerd voor die cyberaanval? Blijkbaar niet. Al geeft de ceo wel mee dat het ‘bijna onmogelijk een verzekering te vinden tegen ransomware, of de kostprijs ligt te hoog.’
Op lange termijn, zo erkent Boas ook, investeer je als bedrijf het best in je it-systemen, en dus zeker ook in de beveiliging ervan.
Alleen bleek vorig jaar nog, uit berichtgeving van Computable, dat Asco indertijd niet altijd voldoende aandacht zou hebben besteed aan it-security. Maar zoals het spreekwoord het ook zegt: berouw komt na de zonde.