Mag je iemands Facebookfoto per mail rondsturen? En deze foto inzetten ter herkenning om zo die persoon toegang weigeren tot evenementen? Blijkbaar wel, zo blijkt uit een recente beslissing van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). Al is het geval wel heel specifiek.
De zaak dateert eigenlijk al van februari 2019, toen iemand klacht indiende bij de GBA.
Het ging hierbij om iemand die door een sportrechtbank was veroordeeld tot een toegangsverbod van één jaar. De persoon mocht niet meer aanwezig te zijn op trainingen, kampioenschappen of enige andere wedstrijd.
Om dit af te dwingen werd er een foto van de publieke Facebook-pagina geplukt en gemaild om de persoon te herkennen.
Rechtmatig gebruik
De betreffende klager vond niet dat een foto – met zijn gezicht erop – rondgestuurd mocht worden zonder zijn toestemming. De profielfoto zou, volgens de klager, ook niet vrij toegankelijk zijn, aangezien deze – zo klinkt het in de betreffende klacht – de ‘hoogste bescherming geniet via zijn instellingen’. De foto werd bovendien bewerkt.
In juli 2019 wordt de zaak ontvankelijk gemaakt en een paar maanden later geseponeerd. De partij die de foto rondstuurde gaf aan dat het een gerechtvaardigde afweging was om het uitgesproken verbod te kunnen handhaven. De GBA volgt hen hierbij.
Doordat de klager zelf de foto heeft gepubliceerd op die manier dat deze vrij toegankelijk is voor eenieder, meent de GBA dat verwacht kan worden dat derden zich toegang verschaffen tot de publiek gedeelde informatie en deze gebruiken.
Vrij gebruik van Facebookfoto’s?
Mag ik nu publieke Facebookfoto’s dan toch hergebruiken en rondsturen? ‘Neen, Dit is een zeer specifieke situatie’, oppert privacyspecialist Bart Van Buitenen. Je mag nog steeds niet zomaar publiek beschikbare foto’s hergebruiken, benadrukt hij.
In dit geval bepaalde het aanwezigheidsverbod, opgelegd aan de klager, ook dat dit verbod ter kennis werd gebracht aan alle organisatoren van wedstrijden op Belgisch grondgebied.
Dat hierbij niet (expliciet) werd gezegd dat een (publieke) foto moest meegestuurd worden, zag de GBA dus blijkbaar door de vingers. Dat bleek noodzakelijk voor de controle van de naleving van dat aanwezigheidsverbod.
Twee conclusies
Uit de beslissing van de GBA blijkt alvast dat het recht op gegevensbescherming niet eindeloos is. Of in dit (specifieke) geval: als je iemand de toegang mag weigeren, mag je daar dus blijkbaar publieke informatie voor gebruiken.
En ten tweede iets wat we al langer wisten: die foto’s die jijzelf op Facebook zet, die worden vaak voor heel andere doeleinden gebruikt, dan louter om ze te tonen aan je Facebook-vrienden.