Onzekerheid over de uitrol van 5G in België, onaangepaste securitywetgeving en gebruik van risicoleveranciers. Allemaal dreigen ze de Belgische kandidatuur voor het EU-centrum voor cyberveiligheid in het gedrang te brengen.
De Europese Commissie stelde in 2018 de komst van een Europees centrum voor cyberveiligheid voor, en meer bepaald in België. Het centrum zou vanaf 2021 de werking van nationale toezichthouders op cyberveiligheid coördineren. De link met de cyberveiligheid bij de NAVO en de nabijheid van de Europese instellingen in Brussel leek logisch.
Trage wetgeving
Maar intussen wordt stilaan duidelijk dat het Europees centrum voor cyberveiligheid niet naar ons land zal komen. Thierry Breton, Europees commissaris voor Industrie en Interne Markt, gaf al aan dat hij het niet ziet zitten om zo’n centrum te huisvesten ‘in een omgeving die niet volledig beveiligd is’.
Diverse dossiers spelen hier een rol. Zo is België een van de tragere EU-landen bij de omzetting van wetgeving over cyberveiligheid. Dat bleek ook al een rol te spelen bij de security index die Computable vorig week publiceerde.
5G getalm
Maar er is meer. De uitrol van 5G zit in België in de rats na een mislukte veiling voor het radiospectrum. Het conflict over de inkomsten tussen het federaal en regionaal niveau bleek onoplosbaar. Met de voorlopige testlicenties voor 5G, die er spoedig zouden aankomen, kunnen operatoren geen officiële akkoorden aangaan met leveranciers.
De Europese Commissie vreest bovendien dat infrastructuurleveranciers voor 4G in België, zoals het Chinese Huawei en ZTE, ook de uitrol van 5G zullen bepalen. Proximus en Orange Belgium werkten voor hun netwerk al samen met het Chinese Huawei. En ook dat heeft de Europees commissie liever niet. Of hoe het er niet goed uitziet voor het EU-centrum voor cyberveiligheid in België.