Natuurlijk geven films een goed beeld van mogelijke gevolgen van cybercriminaliteit. Maar sommige vliegen ook wel eens uit de bocht. Zeven clichés rond it-security in rolprenten.
Naar aanleiding van ons event rond de beste cybersecurityfilm ooit en de poll op onze top tien van films (stemmen kan hier) overlopen we nog even de zeven grootste clichés over it-security en hackers in films.
1. Het profiel van de hacker
Zelf ziet Marc Vael, ciso, en filmliefhebber, in Hollywood-films twee types van cybercriminelen. ‘Er is enerzijds het crimineel meesterbrein, en anderzijds de meer Robin Hood-achtige figuur’, stelt hij. ‘Maar de meeste cybercriminelen hebben duidelijke motieven en leggen hun plannen duidelijk uit.’
Soms volgt de hacker het cliché van de whizkid, zoals in WarGames. Al is dat in dat geval ook een Robin Hood-achtige figuur want hij wilde eigenlijk cijfers op het schoolrapport opvijzelen.
2. Hacker als technologische superman
In realiteit is niet elke hacker thuis in elke technologie. Maar in Hollywood maakt dat niet uit. Denk aan Angela Bennett uit The Net. Die loste voor haar opdrachtgever werkelijk alle computerproblemen op en had feilloos inzicht in machinecode om in te schatten wat de malicious code precies deed. ‘In films zijn alle hackers programmeergoeroes. En bovendien zijn ze uitstekend in het raden van paswoorden’, stelt Vael.
Bovendien zijn ze in films niet gehinderd door technologische beperkingen. Hackers hebben slechts één commando nodig om een aanval te doen. Alle systemen zijn ook perfect compatibel met elkaar. Dat is in realiteit wel iets anders.
3. Fout jargon
Vaak wordt er ook wat jargon bovengehaald wat weinig ter zake doet. In de televisieserie Chuck was een hacker code aan het compileren, maar dat is in dat kader niet de missie van een hacker, maar van een softwareontwikkelaar. Fout gebruik van jargon.
In Skyfall wordt MI6 gehackt, en ook tijdens dat fragment duiken er onjuistheden op. Er is sprake van hexadecimale code, maar wat wordt getoond (Gran Borough), is geen hexcode, vermits die enkel 0 tot 9 of A tot F hex-karakters bevat.
4. Hacken gaat altijd razendsnel
Bovendien gaat hacken in films vrij snel en eenvoudig, in minder dan een minuut. Hacken gaat altijd vrij snel, net als de internetverbindingen overigens.
Hackers decrypteren bestanden in minder dan een minuut ongeacht het encryptie-algoritme. ‘Gelukkig maar, want niemand zit te wachten op een scène waarin een hacker weken bezig is om ergens binnen te raken zonder succes’, merkt Vael op.
5. En… beelden analyseren ook
Hackers en hun entourage kunnen bliksemsnel de camerabeelden in een gebouw bekijken en inzoomen tot in de broekzak. In een film als Enemy of the State worden alle beelden van zowel publieke als privé-ruimten vingervlug op het scherm getoverd.
6. Simpele (en grafische) interfaces
User interfaces zijn in films altijd geweldig gebruiksvriendelijk. In Jurassic Park kijkt een van de tieners naar de interface van de pc, om te zeggen: ‘Dit is Unix, dat ken ik’. Vervolgens is een heel gebruiksvriendelijke interface te zien.
Hackers gebruiken vaak heel grafische interfaces. Een terminal of console interface zou daarentegen veel logischer zijn, omdat dat ook de meest logische weg is om als hacker veel data te ontvangen. Sommige doen net het tegengestelde: ze laten diverse schermen pop-uppen met net te veel informatie.
7. Specifieke doelwitten
Ten slotte ook deze vaststelling: hackers vallen ook enkel grote organisaties aan (overheid of bedrijven, geen kmo’s. Bovendien doen hackers ook de gekste dingen met technologie. ‘Hackers kunnen overigens ook computers in brand doen vliegen.’
Je moet als hacker in de film vaak blijkbaar ook eerst fysiek binnendringen alvorens je kan hacken. Vaak gaat het om het (ter plaatse) installeren van malware. Zoals in Tron: Legacy. Maar dat is eigenlijk niet hacken, maar binnenglippen en software installeren.
Stemmen
Bekijk de voorstelling van tien beste cybersecurityfilms aller tijden (en wat u ervan kan leren).