ETRO, een Imec-onderzoeksgroep van de VUB, heeft technologie ontwikkeld om 3d-modellen – gegenereerd met medische scans – via augmented reality (ar) te projecteren op de exacte plaats waar geopereerd wordt. Zo kunnen de chirurgen hun ogen gericht houden op de patiënt.
Meestal raadplegen chirurgen tijdens een operatie MR- of CT-scans van de patiënt op een scherm in de operatiezaal. Hiervoor moeten ze hun aandacht verdelen tussen het scherm en de patiënt. Met de nieuwe technologie die wordt ontwikkeld door het team van professor Bart Jansen en professor Jef Vandemeulebroucke zou dat in de toekomst beter kunnen. Zij hebben technologie ontwikkeld waarmee via augmented reality (ar) een 3d-weergave van medische beelden overlapt met de anatomie van de patiënt.
Wanneer de ar-bril wordt gedragen, wordt bijvoorbeeld een tumor zichtbaar binnenin de schedel van de patiënt, nog voor de eerste incisie gemaakt wordt. Hierdoor kan de optimale toegang gekozen worden, maar ook tijdens de operatie kunnen kritieke structuren beter vermeden worden. De persoon die de bril draagt, kan door de kamer lopen en het object van alle kanten bekijken. Wat de persoon ziet, wordt ook nog eens ge-livestreamd op een externe monitor.
‘Ar laat toe om virtuele 3d-objecten te plaatsen in de ruimte, die ruimtelijk stabiel blijven als de chirurg zich verplaatst. De precisie die daarbij nodig is voor chirurgie is natuurlijker veel hoger dan voor bijvoorbeeld een computerspel of mediatoepassingen’, zegt Vandemeulebroucke.
Voordat het systeem efficiënt en op grote schaal is toe te passen, moeten nog wel enkele obstakels overwonnen worden, zoals het gebruiksgemak en een vlotte integratie in de klinische workflow. ‘Met het oog op steriliteit mag er bijvoorbeeld ook geen manuele interactie plaatsvinden met de brilapplicatie’, zegt de professor. ‘Het getoonde hologram mag ook geen occlusie van de handen of tools veroorzaken als het in de gezichtslijn komt. En ten slotte: welke informatie tonen we en hoe? Het is namelijk belangrijk dat steeds relevante en actuele informatie getoond wordt rond de anatomie van de patiënt en de chirurgische planning, maar een overload aan informatie moet natuurlijk vermeden worden.’