Op 8 november diende Lydia Peeters haar beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken 2019-2024 in. Om Vlaanderen voor te bereiden op de mobiliteit van de toekomst zet ze in op het slimmer en innovatiever maken van infrastructuur én van voer- en vaartuigen. Digitalisering, automatisering en innovatie zijn daarbij haar leidmotief.
‘Ervaring, ambitie en passie’, luidde haar verkiezingsslogan. ‘Dat zijn geen loze woorden’, glimlacht de minister, ‘want met die ingesteldheid vertegenwoordig ik Open Vld in de Vlaamse Regering en wil ik ook mijn beleid vormgeven. De verkeers- en vervoersdruk zijn zeer hoog en de mobiliteitsuitdagingen zijn zowel maatschappelijk als economisch urgent.’
Om aan deze uitdagingen tegemoet te komen, zet Lydia Peeters in op een vlotte, duurzame en veilige mobiliteit via toekomstbestendige en goed verknoopte vervoersnetwerken. De focus ligt op een sterk investeringsbeleid, dit in samenwerking met diverse mobiliteitspartners en met lokale besturen. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar fietsinfrastructuur, een vlotte doorstroming op het hoofdwegennet en openbaar en collectief vervoer.
Omvormen
‘Tegen 2050 moeten we ons vervoerssysteem grondig omvormen. Onze vloot moet groener en het verkeer vlotter. Dat draait niet alleen om voer- en vaartuigen, maar ook om de gebruikers ervan: wij allemaal dus! Het is aan ons om de juiste keuzes te maken in relatie tot veiliger, vlotter en groener verkeer. Die reflex wil ik graag bij iedereen aankweken zodat we ons weer vlotter en vrijer kunnen bewegen’, aldus de minister.
‘Heel wat gewest- en autosnelwegen hebben nood aan investeringen in onderhoud, veiligheid, doorstroming en capaciteit. We blijven dan ook investeren in weginfrastructuur. Zo moeten we werk maken van een vlottere bereikbaarheid van de grootstedelijke gebieden als aantrekkelijke locaties voor (internationale) activiteiten en instellingen, zonder hierbij afbreuk te doen aan de kwaliteit van de woon- en werkomgeving. Ik wil hierbij ook werk maken van het snel oplossen van hinderincidenten.’
Peeters stelt dat ruim de helft van alle verloren file-uren zich situeren op twee grote ringstructuren, de ring om Antwerpen (R1) en de grote ring rond Brussel (R0). De ring om Gent (R4) wordt momenteel heraangelegd, waarbij aan beide kanten ook tien kilometer fietspad moet komen. ‘Dat sluit mooi aan bij mijn beleidsprioriteit om te investeren in de uitbouw van veilige, comfortabele en aantrekkelijke fietsnetwerken die woonkernen, scholen en tewerkstellingspolen verbinden. Zo wil ik optimaal inspelen op het hoog potentieel aan fietsgebruik voor woon-werk- en woon-schoolverplaatsingen. Want fietsen is goed voor onze gezondheid, voor het klimaat en voor de stedelijke leefbaarheid.’
Combimobiliteit
De focus van het investeringsbeleid voor personenvervoer ligt op het woon-werk- en woon-schoolverkeer. ‘Het is mijn ambitie om het aandeel duurzame modi van personenvervoer voor heel Vlaanderen te laten groeien tot minstens 40 procent. Voor Antwerpen en Gent streven we zelfs naar een aandeel van duurzame modi van minstens 50 procent. Zo ontlasten we het wegennet én realiseren we een duurzame bereikbaarheid en een betere luchtkwaliteit.’
Dit impliceert dat het openbaar en collectief vervoer, de voetganger en de elektrische fiets, step of speed pedelec ruim baan krijgen als het aan Peeters ligt.
‘Een belangrijke stap daartoe is combimobiliteit, waarbij mensen verschillende vervoersmogelijkheden combineren. Hiervoor zijn goed verknoopte modale netwerken nodig van fietsvoorzieningen, collectief vervoer en mobipunten. Deze laatste zijn herkenbare plekken, bijvoorbeeld stations en Park & Rides, die worden uitgebouwd met een divers en op elkaar afgestemd aanbod van vervoersmogelijkheden, eventueel aangevuld met additionele diensten zoals een superette, een crèche of fietsherstelpunt. Hierdoor nemen de keuzemogelijkheden voor de reizigers toe om zich op een duurzame manier te verplaatsen, de reistijd te verkorten en beter gebruik te maken van de beschikbare vervoerscapaciteit.’
Duurzaam
‘Uiteindelijk wil ik iedereen ervan overtuigen om zich duurzaam te verplaatsen. Om deze ambitie te realiseren, hebben we een kwaliteitsvol en vraaggericht openbaar en collectief vervoer nodig. Het uitgangspunt daarbij is basisbereikbaarheid, waarmee we naar een meer vraaggericht vervoer gaan met een betere afstemming van het aanbod op de vervoersvraag van de reiziger en op de reële vervoersstromen.’
Basisbereikbaarheid geldt voor iedereen, benadrukt Peeters: ‘Mobiel zijn is essentieel om het eigen leven kwaliteitsvol uit te bouwen en te beleven. Mensen met een beperking, mensen in armoede en ouderen moeten zich ook kunnen verplaatsen.’
‘Ook voor het goederenvervoer zet ik sterk in op de modal shift van de weg naar het water en het spoor. Efficiënte logistiek is immers noodzakelijk voor een weerbare sector in een verkeersveilig en leefbaar Vlaanderen. De bedoeling is dat de binnenvaart en andere duurzame delen van de logistieke keten van ‘onbekend is onbemind’ naar ‘bekend en bemind’ gaan. Ik wil daarom ondernemingen stimuleren om voor hun goederenvervoer meer gebruik te maken van de binnenvaart en het spoorvervoer. Dit vraagt om een gericht investeringsbeleid met aandacht voor een sterke verknoping van de verschillende netwerken.’
Slimme infrastructuur
Slimme infrastructuur, voertuigen en schepen moeten de mobiliteitsknoop helpen slechten. ‘Vandaag experimenteren we al met zelfrijdende bussen en shuttles, met drones, en met geconnecteerd en autonoom rijden en varen. Op dit vlak schakelen we een versnelling hoger en maken we de regelgeving future proof. De digitale versnelling zet zich volop door op het vlak van zowel personen- als goederenvervoer. Vlaanderen moet als gangmaker voor innovatie volop inzetten op de toepassing van nieuwe technologie in bestaande en nieuwe netwerken.’
In 2018 is in Antwerpen de nieuwe Verkeerslichtencoördinatiecentrale (VLCC) geïmplementeerd. Deze zal de komende jaren via slimme verkeerslichten de aansturing van kruispunten in de stad overnemen. Naast slimme en dynamische verkeerslichten, komen er ook actieve detectiesystemen voor fietsers. ‘Om het verkeer vlotter, duurzamer en veiliger te maken voor elke weggebruiker zijn we ook gestart met het Mobilidata-programma. Het doel hiervan is om in co-creatie met private partners innovatieve mobiliteitsoplossingen en een digitale data-infrastructuur te realiseren.’
Netflix van de mobiliteit
Ook gepersonaliseerde mobiliteitsoplossingen worden ondersteund in de vorm van mobility-as-a-service (MaaS), ook wel ‘de Netflix van de mobiliteit’ genoemd. ‘Met MaaS evolueren we van het bezit van een auto naar het gebruik van mobiliteitsdiensten wanneer je ze nodig hebt. Om invulling te geven aan MaaS wil ik gaan werken met aangepaste tariefstructuren van onze (openbare) vervoersbedrijven en een gestandaardiseerde uitwisseling van informatie via een centraal it-platform. Concreet moet het mogelijk zijn om je volledige verplaatsing te maken met één vervoerbewijs of via één platform, ongeacht het aantal modi of het aantal verschillende aanbieders van vervoers- of deelsystemen die gebruikt worden bij de verplaatsing.’
‘Hierbij waarborgen we de transparantie van de dataplatformen en geven we het open databeleid verder vorm, want data zijn het nieuwe asfalt! Met een goede uitwisseling van gegevens en open data kunnen immers gepersonaliseerde mobiliteitsoplossingen ontwikkeld worden. Zo kunnen we ons voorbereiden op de mobiliteit van de toekomst en een hoog serviceniveau behalen.’
‘Met gepersonaliseerde mobiliteitsoplossingen veranderen we het gedrag van de gebruiker. Burgers maken efficiënter en meer gevarieerd gebruik van de verschillende vervoersmodi (minder voertuigkilometers). Dat zorgt op zijn beurt voor nieuwe markten en kan dus een bron van jobs en economische groei zijn. Mobility-as-a-service’ staat ook voor een klimaatvriendelijkere en ruimtezuinigere mobiliteit.’
Intelligente transportdiensten
‘In samenwerking met de transport- en logistieke ondernemingen en de academische wereld definiëren en implementeren we intelligente transportdiensten (its), om van daaruit de veranderende mobiliteit te faciliteren en Vlaanderen te transformeren tot een digitale supply highway. Zo kunnen logistieke dienstverleners beter sturen op de verschillende stromen (goederen, geld en informatie) en hun logistieke ketens optimaliseren en verduurzamen, door optimaal gebruik te maken van de binnenvaart en het spoorvervoer en een betere beladingsgraad van vrachtwagens. Het streefbeeld is een fysiek internet van open en via knooppunten verbonden netwerken, waarbij opslagvoorzieningen, terminals en transportmiddelen worden gedeeld. Deze evoluties laten toe om logistieke processen efficiënt, flexibel en betrouwbaar te beheren en te controleren en kunnen bijdragen aan een multimodaal vervoerssysteem en slimme logistieke diensten. Allemaal ontwikkelingen die zowel duurzame economische groei aanjagen als het concurrentievermogen van onze ondernemingen versterken.’
Voor de binnenvaart wil Vlaanderen een voorloper zijn op het vlak van innovatie en duurzaamheid en daartoe wordt het Smart Shipping programma uitgerold. ‘We focussen daarbij op vier pijlers: slimme vaartuigen, slimme infrastructuur, slimme communicatie en slimme regelgeving.’
De minister licht toe: ‘Slimme vaartuigen zijn schepen die geautomatiseerde systemen aan boord hebben en externe data gebruiken om sleutelfuncties van het vaartuig te optimaliseren, zoals navigatie, beheer van het brandstofverbruik en realtime planning. Hierdoor zullen schepen energiezuiniger en veiliger varen. Wat de waterweginfrastructuur betreft wordt ingezet op een verdere automatisering waarbij bruggen en sluizen op afstand kunnen worden bediend. We bouwen intussen het dynamisch verkeersmanagement op het water uit met river information services conform de Europese richtlijnen en standaarden. In combinatie met het automatic identification system zorgen we zo voor een snelle, accurate en gebruiksvriendelijke communicatie tussen de infrastructuurbeheerder en de schipperij en verhogen we de veiligheid.’
Uniek in Europa
Opdat smart shipping in Vlaanderen vlot en veilig getest en ontwikkeld kan worden, wordt gewerkt aan een modernisering van het juridisch kader. Hiertoe werd dit jaar al een belangrijke stap gezet met de aanpassing van het wetgevend kader om testen met slimme scheepvaart mogelijk te maken.
‘Een uniek gegeven in Europa! Vlaanderen heeft hiermee haar ambitie om tegen 2020 een kader te creëren dat smart shipping in Vlaanderen toelaat, overtroffen. Zo kunnen de binnenvaart en de estuaire vaart (het varen met versterkte binnenschepen over de Noordzee, en wel specifiek langs de kust van België) volop gebruik maken van de voordelen van automatisering en digitalisering.’
De digitalisering van onze samenleving is onomkeerbaar, meent de minister. ‘Ook mobiliteit en logistiek draaien volop mee in deze vierde industriële revolutie. De grenzen tussen privaat en publiek vervoer zullen in de toekomst verder vervagen. Nieuwe oplossingen maar ook nieuwe uitdagingen zullen zich aandienen. Bedrijven, burgers, overheden, organisaties moeten anders gaan denken en handelen. Samenwerking is hierbij cruciaal’, zegt Peeters.
‘Vanuit de Vlaamse overheid willen we meer richting geven aan deze omslag en de noodzakelijke veranderingsprocessen aanjagen, door de voorwaarden te creëren en verschillende spelers samen te brengen. De mobiliteitsuitdagingen stoppen niet aan onze grenzen. In onze geglobaliseerde wereld is een goede samenwerking op Europees en internationaal niveau dan ook onontbeerlijk om deze uitdagingen succesvol aan te gaan. Ook het bedrijfsleven heeft veel te winnen bij deze internationale samenwerking omdat die wereldwijde markten opent.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 17 van Atos.