Het Belgische onderzoeks- en onderwijsnetwerk Belnet en de ict-dienstenorganisatie Smals bouwen samen het Belgische luik van een netwerk van Europese, gedistribueerde blockchainknooppunten. Het gaat om een grootschalig Europees samenwerkingsproject om het potentieel van op blockchain gebaseerde publieke diensten te benutten.
Met het European Blockchain Partnership (EBP) wil de Europese Commissie het potentieel van blockchaintechnologie omzetten in een betere dienstverlening voor de Europese burgers. Samen met een twintigtal andere lidstaten van de Europese Unie engageerde België zich in 2018 om een actieve bijdrage te leveren aan dit project. De uitbouw van een Europese Blockchain Service Infrastructure (EBSI) is één van de belangrijkste doelstellingen van het partnership. Die infrastructuur zal bestaan uit een netwerk van onderling geconnecteerde knooppunten met aandacht voor cyberveiligheid, privacy en duurzaamheid. Elk van de lidstaten zal instaan voor de exploitatie van knooppunten op nationaal niveau.
Bouwsteen
Aan Belnet en Smals werd gevraagd om de Belgische bouwsteen van deze Europese infrastructuur op te zetten. Het eerste Belgische knooppunt kwam op naam van Belnet en is sinds 12 februari volledig operationeel. Daarmee heeft ons land de primeur binnen dit project. Een tweede Belgische node wordt voorbereid door Smals. Andere instanties uit verschillende Europese landen zullen de komende weken volgen om tot een netwerk van een dertigtal gedistribueerde blockchainknooppunten te komen.
Elk van de knooppunten in de EBSI-infrastructuur zal transacties kunnen maken en versturen die de ‘blockchain’ bijwerken. Momenteel wordt het netwerk gebruikt om specifieke usecases uit te testen.
Frank Robben, ceo van Smals: ‘In een grensoverschrijdende context lijkt blockchain veelbelovend voor vertrouwensdiensten zoals digitale identiteiten, diploma’s, notariële akten of douane. Smals heeft drie jaar ervaring met proefopstellingen rond blockchain. Met onze deelname aan EBSI hopen we te komen tot herbruikbare diensten voor softwareontwikkeling in een overheidscontext.’