Het AZ Jan Palfijn in Gent is als derde perifeer ziekenhuis in Vlaanderen gestart met het elektronisch patiƫntendossier Primuz. Dat deed het Oost-Vlaamse ziekenhuis in het kader van een doorgedreven informatisering en digitalisering. CTG Health Solutions begeleidt het AZ Jan Palfijn de komende twee jaar om alle modules van Primuz verder geleidelijk aan uit te rollen.
Primuz is ontwikkeld door het UZ Brussel en werd in 2019 al succesvol geïnstalleerd onder begeleiding van CTG Health Solutions in het AZ St. Elisabeth te Zottegem en het Heilig Hartziekenhuis in Lier. De belangrijkste functionaliteiten van het epd van Primuz zijn een (para)medisch en verpleegkundig dossier met ordercommunicatie, medicatiebeheer, afsprakenbeheer en modules voor het operatiekwartier, de spoedgevallendienst en de patiëntenadministratie en portaalfunctie. Naast deze functionele aspecten zet het elektronisch patiëntendossier sterk in op de verdere ontwikkeling van onder andere clinical decision support (cdss).
‘Veel epd’s bieden verschillende ziekenhuizen toegang tot één omgeving’, zegt Ann Vansichen van CTG. ‘Bij Primuz beschikt elk ziekenhuis over zijn eigen omgeving met eigen data. Er kunnen natuurlijk gegevens met andere ziekenhuizen uitgewisseld worden, maar dat gebeurt dan uiteraard onder zeer strikte regels.’
De implementatie van Primuz gebeurt in twee fases, legt Vansichen uit. ‘De eerste is een administratieve fase waarin patiënt-creatie en patiënt-bewegingen alsook alle afspraken in Primuz plaatsvinden. Nog een groot verschil tussen Primuz en andere epd’s is dat Primuz het enige systeem is waar alles vanuit het patiëntendossier gebeurt. Dat betekent dat Primuz het startpunt is voor bijvoorbeeld de facturatie of de aanmaak van labo-dossiers in andere gekoppelde systemen. Bij andere epd’s is het facturatiepakket het startpunt, waar men bijvoorbeeld een nieuwe patiënt gaat aanmaken. Primuz sluit op die manier beter aan bij de manier waarop zorg in de realiteit uitgevoerd wordt.’
Wanneer op spoed een patiënt aankomt wordt die in Primuz aangemaakt, geeft Vansichen als voorbeeld. Als hij of zij daarna gehospitaliseerd moet worden, is Primuz de basis om alle andere systemen van data te voorzien, bijvoorbeeld het systeem om maaltijden te voorzien voor patiënten.
De tweede implementatiefase van Primuz speelt zich af rond het verpleegkundig en medisch dossier. ‘Hier zorgt het systeem bijvoorbeeld voor de inhoudelijke dossiervorming van patiënten en verzorgt het de briefwisseling van het ziekenhuis naar de huisarts en patiënt. De planning van deze fase wordt afgestemd op de specifieke noden van elk ziekenhuis en kan bijvoorbeeld afdeling per afdeling gebeuren.’