Vlaamse productiebedrijven zien een groeiende vraag naar producten op maat, liefst aan de prijs van massaproducten. Om te kunnen inspelen op deze trend, zetten ze sterk in op industrie 4.0 en de digitale transformatie die daarbij hoort. Maar aan de absolute Europese top, daar zitten ze nog niet. Dat blijkt uit enquêteresultaten van het onderzoekscentrum Flanders Make.
Flanders Make haalde cijfers aan waaruit blijkt dat Zweden, Finland en Denemarken tot de Europese top horen qua innovatie en ontwikkeling. Nederland volgt op vier, daarna komt Vlaanderen. ‘Vlaanderen wil zich graag meten met de Europese top qua innovatie en ontwikkeling, maar daar zijn we nog niet’, zegt Flanders Make-voorzitter Urbain Vandeurzen. ‘Willen we dat halen, dan zullen we er de komende jaren nog een flinke lap op moeten geven.’
Volgens Vandeurzen is dat ook heel erg nodig omdat de economie aan het afkoelen is en het belangrijk is dat de investeringen toch op peil blijven. Alleen dan komt Vlaanderen niet op achterstand met de buurlanden. ‘Ondernemingen vechten momenteel een dubbel gevecht’, aldus de Flanders Make-voorzitter. ‘Ze zitten in een onzekere economische omgeving en daarenboven woedt er ook nog eens een digitale omwenteling. De CAPEX-investeringen staan onder druk, zodat bijvoorbeeld bij machinebouwers minder geld binnenkomt. Toch moeten ook zij strategische investeringen doen om de komende jaren mee te zijn’
Toch is niet alles kommer en kwel. Vlaanderen is behoorlijk mee met de transformatie naar Industry 4.0. Dat blijkt uit een enquête van Flanders Make bij 122 bedrijven, waarvan bijna 60 procent onder de noemer kmo geschaard kan worden. Uit de bevraging blijkt dat twee derde van de bedrijven een digitaal plan heeft opgesteld, een road map om de weg naar Industry 4.0 aan te vatten. Wel heeft maar 39 procent dat plan al in werking gezet. Zeker kleinere bedrijven, met minder dan 50 werknemers, lijken te worstelen met de snelheid van de digitalisering.
Desondanks zegt net geen driekwart van de ondernemingen dat ze gelijke tred kunnen houden met hun concurrenten. ‘Dat is wel een daling met twee jaar geleden, toen ging 86 procent er nog vanuit dat de concurrentie niet veel verder stond dan zijzelf’, zegt Vandeurzen. ‘Daar is dus wel enige realiteitszin ingeslopen.’ In het verleden werd er hoogstwaarschijnlijk ook te veel van uitgegaan dat pure automatisatie genoeg was om het hoofd boven water te houden. Nu zien bedrijven dat er zaken als ai en big data-analyse aan te pas komen.
Hogere efficiëntie
Gevraagd naar de redenen waarom ze investeren, zegt 43 procent dat ze een hogere efficiëntie nastreven. 26 procent voorziet lagere kosten, een kwart wil een omzetstijging. De terugverdientijd van alle investeringen wordt gemiddeld op 2,4 jaar geschat. Bij de grotere bedrijven is dat met 2,6 jaar iets meer.
Opvallend is ook dat investeringsbudgetten de laatste tijd stevig naar omhoog gegaan zijn. Waar er de laatste drie jaren gemiddeld zo’n 4,4 procent van de operationele omzet naar digitale investeringen ging, is dat voor de komende drie jaar gestegen naar 5,8 procent. In 2017 lagen die cijfers respectievelijk op twee en drie procent, wat Vandeurzen in zijn presentatie ‘duidelijk te laag’ noemde.
Flanders Make polste ook naar de beweegredenen waarom er geïnvesteerd werd. De grootste stijger sinds de vorige enquête zijn ‘om mee te zijn met het big data- en ai-verhaal’, daarna komt ‘het internet of things’ en dan volgen ‘slimme sensoren’. Investeringen in ‘cloud’, ‘3D-printen’ en ‘Augmented en virtual reality’ noteren de grootste daling. ‘Data is het nieuwe goud’, zegt Vandeurzen, ‘en allicht zijn technologieën als cloud al stilaan tot wasdom gekomen’.
Digitaal talent
De grootste nieuwe ontwikkelingen waarvoor die technologieën ingezet worden, zijn ‘een digitale werkvloer’, ‘nieuwe manieren om producten te ontwikkelen’ (met bijvoorbeeld virtual prototyping), ‘beter toegang tot de klant’, ‘het opzetten van digitale zakenmodellen’ (X-as-a-Service) en ‘digitale producten’. Het grootste struikelblok daarbij is ongetwijfeld het vinden van ‘digitaal talent’ (59 procent) om al die ambities te realiseren. Ook met het omhelzen van een ‘digitale bedrijfscultuur’ (57 procent) en ‘financiering’ (39 procent) hebben bedrijven het nog lastig. Zaken als ‘technologische infrastructuur’ die ontbreekt (10 procent) lijken dan weer een veel kleinere rol te spelen. ‘Niet alle de investeringen zijn duidelijk gestegen, het lijkt er ook op dat Vlaamse bedrijven steeds beter de business case van Industry 4.0 begrijpen’, aldus Vandeurzen.
Tot slot zoomde de enquête ook nog in op de verwachtingen die de bedrijven hebben van de nieuwe Vlaamse en federale regering. Daaruit blijkt dat ‘steun voor innovatie’ op één staat en een ‘flexibelere arbeidsmarkt’ op twee, gevolgd door ‘betere opleidingen’ en ‘minder belastingen’.