Grenzen krijgen momenteel veel aandacht in het nieuws. Over de hele wereld proberen politici en beleidsmakers geschillen en wetgevingskwesties op te lossen die te maken hebben met goederen en mensen die in en uit hun landen reizen. Tegelijkertijd wordt het leven van grensbeambten steeds moeilijker.
Overheden moeten een antwoord formuleren op bevindingen uit rapporten zoals de Unisys Security Index, waaruit blijkt dat de publieke bezorgdheid over grensbeveiliging hoger dan ooit is.
Er zijn talloze uitdagingen waarmee grensbeambten elke dag worden geconfronteerd. De toename van e-commerce betekent bijvoorbeeld meer laagwaardige zendingen die in hoge volumes de grens overschrijden. Het is niet verwonderlijk dat dit het vinden van bedreigingen des te moeilijker maakt. Het creëert kansen voor georganiseerde criminele groepen – denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om illegale goederen, drugs en wapens te verbergen in een onbeperkt aantal kleinere pakketjes.
Wereldleiders zijn vastbesloten en eensgezind om hier iets aan te doen. Maar tegelijkertijd zijn ze verdeeld over wat dat precies zou moeten zijn en ondertussen wordt de strijd aan de grens erger. Omdat criminelen slimmer en opportunistischer worden, krijgen grensmedewerkers zelden de gegevens, technologie en intelligentie om op schaal te onderzoeken wat onbelemmerd de grens over zou moeten steken en wat meer aandacht verdient.
Als wetgevers hun grenzen beter willen beschermen en vrachtzendingen veilig willen houden, moeten ze hun beambten gaan bewapenen met inzicht en intelligentie.
De dagelijkse uitdaging
Bekijk het vanuit het perspectief van de grensbeambten die belast zijn met het beheer en de beveiliging van de frontlinie. De vrachtwagens en zeecontainers die hen passeren, kunnen soms wel honderden verschillende items van honderden verschillende bedrijven bevatten. De herkomstlanden (en eindlocaties) van de lading liggen waarschijnlijk verspreid over de hele wereld.
Dat betekent dat één vrachtwagen die de grens oversteekt, mogelijk deel uitmaakt van een enorm complexe wereldwijde toeleveringsketen en vaak hebben grensbeambten simpelweg niet de juiste middelen om hier effectief mee om te gaan. Deze complexiteit betekent ook dat traditionele methoden voor het identificeren van illegale en gevaarlijke goederen kwetsbaar zijn voor misdaden als identiteitskaping, waarbij criminelen legitiem overkomen door het gezicht van een vertrouwd bedrijf te stelen. Dergelijke activiteiten zijn moeilijk te herkennen en tegen te gaan, vooral wanneer grensbeambten niet over de juiste intelligentie, informatie en technologie beschikken om in realtime de geloofwaardigheid te controleren.
Helaas wordt het probleem niet alleen veroorzaakt door criminelen. Ondanks alle tools die we hebben in deze digitale wereld, is er voor het werk aan de grens nog steeds een enorme hoeveelheid handmatig papierwerk en documentatie nodig – wat de efficiëntie, de rapportagemogelijkheden en de toegang tot echt inzicht beperkt. In een omgeving waar realtime inzichten het verschil kunnen maken, is deze manier van werken niet duurzaam.
Intelligentie-gestuurde grens
Naarmate de uitdagingen voor vrachtzendingen op de grens moeilijker aan te pakken worden, zijn kennis en begrip essentieel. Voor degenen die de leiding hebben, betekent dit dat ze moeten weten wat er aan de grens aan gaat komen nog voordat het er is, zodat beambten weloverwogen beslissingen kunnen nemen over wat zij als een afwijking zien – en wat ze eraan moeten doen. Intelligentie moet lang vóór de fysieke grensovergang beginnen, zodat risicovolle lading zelfs kan worden gestopt voordat deze het land van herkomst verlaat.
Data is hier uiteraard cruciaal. Grens- en douaneagentschappen hebben op feiten gebaseerde oplossingen nodig die onpartijdige beoordelingen bieden, zodat grensbeambten afwijkingen en uitschieters kunnen herkennen die wijzen op bedreigingen en risico’s. Deze gegevens moeten bovendien digitaal zijn en niet in de vorm van papierwerk, zodat beambten de kracht en efficiëntie van kunstmatige intelligentie kunnen gebruiken om gedrag en gegevens te analyseren zonder vooringenomenheid.
Minstens zo belangrijk is de samenwerking tussen de verschillende belanghebbende partijen en de toegang tot targeting-systemen die daadwerkelijk voor de beambten zijn gebouwd. Er zijn altijd meerdere systemen en belanghebbenden – zoals verladers, vervoerders, expediteurs en beambten – bij het overschrijden van de grens, elk met hun eigen datasets en operationele modellen die de publieke en private sector doorkruisen. De mogelijkheid om al die informatie holistisch op één plek te zien, kan zorgen voor verbeteringen aan alle kanten én tot beter beschermde burgers, wat de prioriteit is voor alle grensagentschappen.
Tot slot moeten degenen die belast zijn met het grensbeheer in gedachten houden wie het inzicht zal gaan gebruiken dat is afgeleid van hun technologie: mensen. Op dit moment is het zo dat grensbewakingsbeambten doorgaans niet de informatie of digitale middelen hebben die ze nodig hebben om effectief te werken. Dat moet veranderen als overheden de strijd om de toekomstige grenzen willen winnen: ze moeten de risico’s aanpakken die inherent zijn geworden aan het verplaatsen van vracht van de ene naar de andere kant.