TypeScript/JavaScript en Python staan afgetekend aan de leiding in de lijst met belangrijkste programmeertalen. Dat stelt het consultantbureau Robert Half op basis van een onderzoek onder 204 Belgische cio’s. De consultant werpt ook een blik op de toekomst van het programmeren.
TypeScript/JavaScript wordt door 44 procent van de ondervraagden als belangrijkste programmeertaal genoemd, Python volgt op korte afstand met 41 procent. De top vijf wordt rondgemaakt met SQL (37 procent), PHP (30 procent) en Solidity (28 procent). Nadien volgen Go, Swift, Kotlin, Elixir en Rust.
‘JavaScript heeft reeds een lange weg afgelegd en kent zijn oorsprong in de jaren negentig’, zegt Jeroen Diels van Robert Half. ‘Het is zowel een front- als backend-taal en het is opensource, wat betekent dat iedereen ertoe kan bijdragen. Dat heeft er mee voor gezorgd dat de taal zo een breed draagvlak kreeg. Het is zo’n eenvoudige taal dat ze ook wordt omarmd door minder ‘technische’ banen. Door de komst van TypeScript (een strikte superset van JavaScript) is het ook mogelijk om objectgeoriënteerd te programmeren. Dit maakt het makkelijker grote projecten te beheren en alles gestructureerd te houden.’
Bovendien is het een taal die voor beginnende ontwikkelaars vrij eenvoudig aan te leren is, meent Diels. ‘Het is niet zo strikt als bijvoorbeeld de programmeertaal Java. Er bestaan bovendien heel wat frameworks zoals bijvoorbeeld AngularJS of React, om JavaScript te gebruiken. JavaScript-frameworks zijn één van de favoriete platformen om moderne applicaties zoals realtime chat, e-commerce, inventarisverwerking en nog veel meer te bouwen.’
Ook de tweede plaats voor Python hoeft niet te verbazen, zegt Diels. ‘Python is gemakkelijk te leren en is eveneens een opensource-taal. De voornaamste reden voor het succes van Python is te vinden bij de opmars van machine learning (ml) en ai. Python biedt een goed framework voor specifieke uitdagingen op vlak van datawetenschap en laat dat nu net cruciaal zijn bij ml en ai.’
Toekomst
Wat de toekomst betreft, die is voor Web Assembly. Diels: ‘Dit is geen taal, maar wel een tool die het mogelijk maakt andere programmeertalen dan Javascript op het web te gebruiken. Hierdoor ben je niet gebonden aan JavaScript om te interageren met je webpagina. Daarnaast vermoeden we dat JavaScript en Python nog meer aan belang zullen winnen in de toekomst. JavaScript voor alles wat met web te maken heeft en Python voor alles in zake data-analyse. Nu goed, web development verandert snel dus het is moeilijk dit exact te voorspellen.’
Om af te sluiten: welke taal moet een programmeur in de toekomst zeker onder de knie hebben? En wat wordt het belang van ai voor programmeurs? Diels: ‘Programmeren omvat de vaardigheid om een probleem op een abstracte manier te bekijken, om logisch te redeneren en om een groot probleem te herleiden tot een geheel van kleine problemen. Het zal zaak worden voor de programmeur om goede verbanden te leggen tussen technologie en haar toepasbaarheid. Programmeren wordt ook gemakkelijker, dat zien we bijvoorbeeld aan de opmars van Python. Verder zal ai veel beter worden in het onderzoeken van problemen en het genereren van code die meerdere api’s verbindt om deze problemen op te lossen. In tegenstelling tot mensen, worden computers niet aangedreven door emoties. Ze maken geen syntactische of logische fouten. Ze moeten alleen worden verteld welk probleem moet worden opgelost en dat is waar we ontwikkelaars nodig hebben. Van alle programmeeropdrachten zijn die waarbij ai wordt gemaakt, uitgevoerd, geoptimaliseerd en getest, het meest gevraagd en het best betaald. Hoewel we niet precies kunnen vertellen wat er in de toekomst zal gebeuren, is er een ding waar we vrij zeker van zijn: programmeurs zullen de komende jaren steeds meer ai op hun werkplek zien.’