Vlaanderen wil een volledig dekkend 5G-netwerk waarbij de infrastructuur gedeeld wordt volgens een open model waarop iedereen diensten kan leveren. Dat is een nobele gedachte maar tussen droom en daad staan zoals steeds wetten in de weg, én praktische bezwaren.
Een opvallende passage in het Vlaamse regeerakkoord: ‘We brengen Vlaanderen aan de top in digitale infrastructuur. Met de recente evoluties die zich voordoen in de markt wil de Vlaamse regering de motor zijn voor een gebiedsdekkend 5G-netwerk, volgens een open model van infrastructuurdeling waarop alle dienstverleners aan gelijke voorwaarden hun diensten kunnen aanbieden. Om dat model te garanderen, is het noodzakelijk dat de Vlaamse overheid substantieel participeert in de initiatieven van de operatoren. De Vlaamse Regering ziet erop toe dat eventuele bijkomende spelers onder dezelfde voorwaarden kunnen participeren.’
Telenet en Proximus
Het idee om een enkel kwalitatief sterk netwerk uit te bouwen waarop diverse spelers hun diensten aanbieden, is niet nieuw. Het werd een kwarteeuw geleden al gesuggereerd door toenmalig Proximus-topman John Goossens. Zijn voorstel was ook dat Telenet en Proximus samen een netwerk zouden beheren. Vlaanderen koos toen voor een eigen netwerk, Telenet, dat nu echter in handen van het Amerikaanse Liberty Global is.
Nu wil Vlaanderen dus een eigen 5G-netwerk uitwerken. Het kijkt daarbij impliciet naar Fluvius. Dat blijkt ook uit het regeerakkoord: ‘De taken van netbeheerders en Fluvius zullen in het kader van een kerntakendebat herbekeken worden, dit vooral om te zorgen dat de netbeheerders en Fluvius zich maximaal concentreren op hun kerntaak: een goed werkend distributienet dat de uitdagingen van morgen aankan.’
Fluvius is zoals bekend nu al bezig met de aanleg van een glasvezelnetwerk. Alleen. De prijs die andere spelers op tafel moeten leggen om hun glasvezel door dezelfde sleuf te leggen, is buiten proportie.
Federale materie
Telecom is echter een federale materie. Brussel moet de licenties veilen. Zoals bekend is dat nog niet gebeurd omdat Vlaanderen vindt dat het meer geld van de licenties moet krijgen dan vroeger. Dat België, en bij uitstek dus Vlaanderen, een van de laatsten zal zijn met een operationeel 5G-netwerk is ronduit een schande. Zeker als ‘Vlaanderen tot de wereldtop wil behoren op het vlak van digitale infrastructuur’. Die licenties gaan echter over een dekking van het volledige land. Er zou dus een wettelijke aanpassing moeten komen.
In het regeerakkoord staat dan ook: ‘Vlaanderen wil dat er 60 Mhz aan spectrum voorzien wordt voor regionale toepassingen en dat daarvoor een regionaal licentiemodel wordt ontwikkeld. (…) Daardoor krijgen nieuwe, innovatieve spelers de kans om spectrum aan te kopen voor een specifiek afgebakend gebied (bv. luchthavens, havens, grote ondernemingenterreinen, stadscentra). Daarvoor willen we afstappen van een toekenningsperiode voor twintig jaar en gaan naar meer dynamische, korte-termijnallocaties die ook toekenning van spectrum voor specifieke events, festivals, sporthappenings of andere toepassingen mogelijk maken. Vlaanderen zal daarover met de federale overheid in dialoog gaan.’
Driehonderd pagina’s
Vraag is hoe de huidige telco’s Proximus, Orange en Telenet hierop zullen reageren, laat staan een mogelijke vierde operator. Proximus en Orange hebben al aangegeven dat ze willen samenwerken voor 5G, maar dat gaat voorlopig enkel over basisinfrastructuur, niet het volledige netwerk, dat zeker geen open model is. En hoe moeten concurrerende glasvezelleveranciers hiermee omgaan? En hoe neem je Brussel, toch de hoofdstad van Vlaanderen, mee in dit verhaal? Overigens wil Vlaanderen ook een eigen regelgever voor ‘de kabel’, maar dit geheel terzijde.
Een eigen 5G-netwerk voor Vlaanderen is een mooie droom. En volgens mij is het ook een sterk idee dat innovatie zeker in de hand zal werken. Benieuwd of dat nog kan tijdens deze legislatuur. België staat nog steeds op de negende plaats op de Europese digitale index. Een topplaats voor Vlaanderen betekent dat we minstens naar de top drie moeten. En dan nog dit: in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord komt het woord ‘digitaal’ zeventien keer voor. Op een kloeffer van driehonderd pagina’s is dat niks teveel.