De negatieve gevolgen van hoge spectrumprijzen voor consumenten zijn niet langer te betwisten. Dat zegt de GSM Association (GSMA). Volgens de vakvereniging krijgen grote aantallen inwoners van landen met een slecht spectrumbeleid geen toegang tot mobiele breedbanddiensten of hebben ze te maken met een verminderde netwerkkwaliteit. Een andere studie waarschuwt tegelijk dat operatoren voor hun netwerktoegang dringend naar gevirtualiseerde cloud-omgevingen moeten overstappen.
‘Spectrumprijzen kunnen niet meer als financiële melkkoeien beschouwd worden’. Dat is de waarschuwing die Brett Tarnutzer, topman van GSMA, meegeeft aan overheden in een nieuw rapport van de organisatie. De spectrumprijs is de prijs die telecomoperatoren aan de overheid moeten betalen om een deel van het spectrum te mogen gebruiken, ofwel de frequenties om de gsm-signalen te kunnen uitsturen en ontvangen.
Volgens Tarnutzer hebben de hoge veilingprijzen van het spectrum negatieve repercussies op burgers en de uitrol van mobiele diensten. De reden is eenvoudig, vindt hij. ‘Door de hoge prijzen hebben gsm-operatoren niet voldoende geld meer om fatsoenlijk te investeren in diensten en infrastructuur. De alarmerende trend van hoge spectrumprijzen zal schadelijke gevolgen hebben voor consumenten en de ontwikkeling van de digitale economie.’
Uit het onderzoek van de GSMA komt naar voren dat de uitrol van 4G-netwerken in ontwikkelde landen veel sneller had kunnen gebeuren als de spectrumprijzen niet zo hoog waren geweest. Ook de netwerkkwaliteit heeft hier onder geleden. In ontwikkelingslanden, waar de prijs van spectrum ten opzichte van de verwachte omzet drie keer zo hoog lag als in ontwikkelde landen, voltrok dezelfde evolutie.
In landen met de hoogste spectrumprijzen zou een gemiddelde operator 7,5 procent meer van de bevolking 4G kunnen aanbieden als die prijzen gemiddeld waren geweest. Dat er ook minder spectrum gekocht is, had ook negatieve gevolgen. Een bijkomend blok van 20 MHz 4G-spectrum leidt tot 1 à 2,5 Mbps hogere downloadsnelheid.
Gevirtualiseerde, geconvergeerde en cloud-gebaseerde architectuur
Naast hoge spectrumprijzen hebben telecomoperatoren nog andere zorgen, zo predikt een studie van het consultingbureau Arthur D. Little, AT&T, Deutsche Telekom en Telefonica. Daaruit blijkt dat het van vitaal belang is zo snel mogelijk over te schakelen op een gevirtualiseerde, geconvergeerde en cloud-gebaseerde architectuur. Alleen zo is te voldoen aan de drie grote uitdagingen van vandaag: een vraag die sneller groeit dan de omzet, technologische convergentie en de steeds hogere waarde die derde partijen binnen hun ecosysteem afleveren.
De studie stelt dat operatoren moeten overstappen op Central Office-pod-architecturen om traditionele netwerktoegang te vervangen. Deze cloudplatformen vervangen proprietaire apparatuur door meer algemene hardware met softwarematige functionaliteit. Deze wordt dan ook beheerd door standaardtools voor it-automatisatie. Hierdoor wordt de efficiëntie verbeterd, kan er uit meer leveranciers worden gekozen en is er meer ruimte voor innovatie en convergentie. Elke operator kan zo nieuwe diensten opzetten en, op eigen tempo, operaties, processen en medewerkers aanpassen aan de nieuwe wendbaarheid.
Voor het zo ver is, moet er nog wel wat water naar zee vloeien, geven de auteurs van het rapport toe. De ecosystemen in telecom staan nog niet zo ver als de it en datacenters. De industrie moet dus samenwerken om zo snel mogelijk de toekomst binnen te stappen, klinkt het.