Inzake digitalisering scoren Belfius, KBC en neobank N26 het best in ons land. Beobank, Crelan en Argenta situeren zich achteraan de lijst.
De cijfers komen van het agentschap D-Rating. Het analyseerde de prestaties van veertien banken op basis van 420 indicatoren die het niveau van digitalisering, de doeltreffendheid van de digitale communicatiekanalen en de prestaties van de klanttrajecten meten. Het is het tweede jaar op rij dat het bureau de studie verricht.
Grootbanken
N26 voert de lijst aan. De Duitse neobank ziet haar voorsprong op de rest van het erepodium evenwel krimpen. Wat de vier grootbanken aangaat, kaapt Belfius de tweede plaats weg en vervolledigt KBC Bank de top drie.
De andere grootbanken ING Belgium en BNP Paribas zijn respectievelijk zesde en zevende in de rangschikking. Zij moeten Revolut en Hello Bank! laten voorgaan in de top vijf. Deze laatste twee banken zagen hun score niet geweldig stijgen, maar profiteren ervan dat ING Belgium twee plaatsen inlevert tegenover 2018.
Het onderzoek van D-Rating toont ook aan dat meerdere banken (zoals Beobank en Crelan) terrein hebben verloren in hun digitale klanttraject.
Nummer vijf
Argenta, Crelan en Beobank sluiten het klassement. Indien de overname van AXA Bank Belgium door Crelan een feit wordt, zou Crelan nummer vijf worden op de Belgische markt. Beide merken behalen evenwel een lager dan gemiddelde score voor het digitale aanbod.
In vergelijking met online-banken, doen de neo-banken het dus beter in dit onderzoek. ‘Deze resultaten bewijzen dat de neobanken, met name N26 en Revolut, zeer concurrentieel blijven met hun digitaal aanbod. Ze positioneren zich in het algemeen als uitdagers op de markt, in het bijzonder door het aanbieden van quasi realtime-openingen van rekeningen’, verduidelijkt Didier Farjon, ceo van D-Rating.
Concurrentiëler
De ‘kloof’ met de andere Belgische marktspelers is nochtans kleiner dan in Frankrijk. ‘In België hebben de traditionele banken hun historische aanpak op de helling gezet om concurrentiëler te worden inzake klanttevredenheid, digitalisering van hun aanbod, en nieuwe digitale functies’, aldus Farjon.