We staan aan de vooravond van 2020. We leven in het tijdperk van blockchain, internet of things en mobile apps. Maar publiceren in het Belgisch Staatsblad brengt ons naadloos terug naar de negentiende eeuw. Of wat dacht je van papieren formulieren, faxen en cheques. Hoezo digitale transformatie?
Ik herinner me jaren geleden dat ik mijn eigen vennootschap heb opgericht. Wat eigenlijk een best heugelijke gebeurtenis moest zijn, ging voor een flink stuk verloren door een ietwat omslachtige startprocedure.
Ik denk terug aan documenten die ik geprint had en die om de een of andere reden niet goed genoeg waren, zodat we nadien terug moesten naar de rechtbank van koophandel. Ik herinner me ook een gebruiksaanwijzing die ik van mijn boekhouder kreeg om te publiceren in het Staatsblad. Die handleiding bleek alvast ingewikkelder dan die van een doorsnee Ikea-meubel.
Daar is de cheque
Dat was toen, jaren geleden. Vandaag is het 2019 en heeft iedereen de mond vol van digitale disruptie.
Maar of het qua papierwerk veel beter is, durf ik te betwijfelen. Zo deed een collega van een bevriend vakblad deze week nog zijn relaas toen hij nog eens iets wilde/moest publiceren in het Belgisch Staatsblad. ‘Afgezien van de absurde kosten (per teken!) is de procedure zoals in de negentiende eeuw’, liet hij verontwaardigd weten.
En hij ging verder: ‘Een publicatie baseert zich op papieren formulieren. In tweevoud. In totaal blijkbaar tien A4-pagina’s voor een tekst van drie regels.’
Die formulieren moet je overigens met de post te versturen. En met een cheque te betalen. Ik kan me eerlijk gezegd niet meer herinneren wanneer ik nog eens een cheque heb gebruikt.
Daar is het papieren betalingsbewijs
Kleine correctie: je kan ook overschrijven, maar dan moet dat volgens een strikte procedure. En je moet dan zelf nog een ‘betalingsbewijs’ meesturen, wat je in de praktijk dus uit je pc-banking moet afdrukken.
Alles staat op een pagina die mij doet denken aan de begindagen van internet. De woorden Netscape, Planet Internet en inbelmodem komen spontaan bij mij naar boven.
Daar is de elektronische procedure (maar niet voor iedereen)
Toch is het niet zo verwonderlijk. Het Staatsblad is een schoolvoorbeeld van de dubbele benadering bij zoveel zaken: van documenten, boekhoudingen en geld. Het is allemaal zowel papier áls digitaal.
Ook het Belgisch Staatsblad produceert en verspreidt haar officiële en overheidspublicaties vandaag zowel via papier als internet. ‘Voor de belangrijkste officiële publicaties gebeurt de distributie enkel via elektronische weg’, lees ik op hun website. Die digitale voorkeur valt dan toch nog niet helemaal af te leiden van de werkwijze tot publicatie.
Intussen kunnen notarissen dergelijke procedures wel digitaal afhandelen (het zogenaamde e-depot), maar stervelingen als u en ik dus nog niet echt. Dat kan enkel voor neerleggingen van oprichtingsakten via een onderhandse akte (het zogenaamde e-griffie). ‘Wijzigende akten kunnen voorlopig enkel op papier neergelegd worden’, staat er verder op die ene pagina.
Ik begrijp wel dat justitie zich in een specifieke context bevindt. Je kan daar niet zomaar digitaal beginnen te freewheelen. Maar in vergelijking met de pakjes die we vandaag via internet bestellen of de reizen die we er boeken, is de procedure bij het Staatsblad vandaag de dag wel heel omslachtig.
Daar is de fax
Toch is de overheid niet van slechte wil. Indien uw adres verandert door een beslissing van een lokale overheid (nieuwe straatnamen of hernummeringen) dan is deze wijziging gratis te publiceren, lees ik. Al moet u het betreffende attest van de overheid dan wel bijvoegen. En oh ja: deze neerleggingen kunnen enkel op papier.
Toegegeven: om geconsulteerde akten te bestellen, kan u mailen. Al kan het (uiteraard) ook op papier. En oh ja: u kan er ook nog om faxen. Ik kan me eerlijk gezegd niet meer herinneren wanneer ik nog eens een fax heb gebruikt.
Waar is Frank?
Deze zomer maakte Frank Robben, ceo van Smals, zich nog druk dat ziekenfondsen in gebreke blijven met hun online- en digitaal aanbod. Robben viseerde met name de Europese ziekteverzekeringskaart. ‘Die wordt nog steeds op papier opgestuurd’, stelde Robben.
‘Ik begrijp geenszins waarom de Belgische ziekenfondsen de handen nog niet in mekaar hebben geslagen om dergelijke kaart op basis van een online-aanvraag onmiddellijk en elektronisch ter beschikking te stellen’, stelde hij en zijn oproep werd vervolgens beantwoord met het verzoek van één van de ziekenfondsen om rond de tafel te zitten.
Aan de publicaties in het Belgisch Staatsblad zou Frank alvast ook een flinke kluif hebben. Way to go, Frank.