It-budgetten verdelen is één van de grootste uitdagingen van deze tijd. Want hoe bepaal je wat je wilt investeren in clouddiensten, nieuwe hardware, innovatieve software-implementaties en het onderhouden van je (legacy)infrastructuur? Onderhoud blijkt nog steeds een relatief hoge kostenpost, wat grotendeels te wijten is aan de traditionele onderhoudscontracten en vervangingscycli. Is het geen tijd om dit model eens te herzien?
De it-budgetten van Nederlandse bedrijven zijn al jaren overwegend stabiel. Dat maakt het lastiger om keuzes te maken, aangezien de behoefte aan nieuwe technologische oplossingen alleen maar toeneemt. Organisaties willen zich door innovatie onderscheiden, maar moeten tegelijk investeren in zaken als data-security en rapportage door nieuwe wetgevingen als de AVG/GDPR.
Om toch geld vrij te maken voor technologische vernieuwing en innovatie, overwegen it-beslissers third-party maintenance (TPM). Dit betekent dat het onderhoud van it-hardware en -infrastructuur door een andere partij wordt geleverd dan de oorspronkelijke leverancier. TPM-dienstverleners bieden bedrijven oplossingen en strategieën om hun kosten te verlagen door de levenscyclus van hun it-middelen te verlengen. Hiermee zijn kostenbesparingen tot wel zeventig procent te realiseren. Dat klinkt ideaal, maar deze propositie gaat niet altijd hand in hand met de door hardware-fabrikanten gedicteerde onderhouds- en vervangingscycli.
Tijd om in te zoomen op wat TPM inhoudt.
Kostbaar onderhoud
Het probleem met traditionele onderhoudscontracten is simpel. Leveranciers bieden voor een vaste periode van gemiddeld drie tot vijf jaar onderhoud en ondersteuning voor hun producten aan. Daarna wordt verwacht dat de hardware wordt vervangen. Maar werkt alles nog uitstekend, en wil je de onderhoudstermijn verlengen, inclusief de bijbehorende garanties? Dan wordt het onderhoud ineens een dure aangelegenheid, waarmee het kostenvoordeel van langer met je hardware doen, verdwijnt.
It-managers worden bij de invulling van hun budgetten dus sterk gestuurd door hun hardware-leveranciers. Niet voor niets is TPM sterk in opkomst. Deze partijen bieden hun klanten namelijk meer vrijheid en flexibiliteit om de gebruiksduur van hun hardware te verlengen, zonder de exorbitant hoge kosten die de oorspronkelijke leverancier daarvoor zou rekenen.
Gartner voorspelde in 2017 het volgende over TPM: ‘In 2020 zal het aantal TPM-gerelateerde RFI/RFP’s voor multi-platform/multi-vendor met 35 procent stijgen, naarmate TPM meer mainstream wordt en niet meer wordt gezien als een point-solution voor servers, storage en networking.’
Hiermee wordt een belangrijk aspect van TPM blootgelegd, namelijk dat dit onderhoudsmodel alleen werkt als het breed wordt toegepast, en niet beperkt blijft tot één of meerdere onderdelen van de infrastructuur.
Hybride omgevingen
Veel grote organisaties hebben tegenwoordig al de transitie gemaakt naar een hybride model voor hun it-infrastructuur. Ze vertrouwen daarbij op TPM om de onderhoudskosten van hun bestaande it-apparatuur binnen de perken te houden, en die zo lang mogelijk te blijven gebruiken. Ze verlagen hiermee de risico’s die gepaard gaan met een cloudmigratie door de ondersteuning van hun hardware te verlengen nadat de fabrikant hiermee is gestopt. En de kostenbesparingen die met TPM gerealiseerd worden, zijn vervolgens weer te gebruiken voor de financiering van innovatieve it-projecten. Het maximaliseren van deze besparing is echter lastig, aangezien it-infrastructuren complexer worden en uit een veelvoud aan oplossingen bestaan van verschillende fabrikanten. TPM staat en valt daarom met multi-vendor-ondersteuning, die niet beperkt is tot hardware van bepaalde fabrikanten.
Storage-onderhoud
Een minder belichte specialisatie binnen TPM, ten slotte, is storage. De hoeveelheid data die bedrijven wereldwijd opslaan, groeit nog steeds exponentieel, en daarmee ook de kosten. TPM voor opslag ligt misschien niet direct voor de hand, maar het is vaak goedkoper dan de opties die OEM’s aanbieden. Gartner meldt hierover: ‘TPM-contracten zullen klanten een gemiddelde besparing van zestig procent opleveren, vergeleken met de catalogusprijzen voor ondersteuning van OEM’s.’
Met TPM voor storage creëren organisaties dus meer financiële ruimte om de ongebreidelde datagroei te kunnen opvangen. Daarnaast kunnen zij ook met de TPM-leverancier in gesprek om de bestaande storage-infrastructuur op een flexibele manier te moderniseren. Hierbij is de keuze voor de allernieuwste hardware niet per se noodzakelijk. Want die dure onderhoudscontracten van fabrikanten zijn er natuurlijk niet voor niets. Nieuwe technologie zit vaak vol bugs. Het is daarom mogelijk om bewust te kiezen voor een stabiele, betrouwbare generatie hardware. Daarmee ben je als organisatie verzekerd van een eerlijke prijs voor beproefde hardware. En ook hier geldt: elke besparing op onderhoud is weer in te zetten voor innovatieve nieuwe projecten.