8 maart 2019 is het Internationale Vrouwendag. Na eerst getwijfeld te hebben of ik iets over dit onderwerp moest schrijven – ik beschouw mezelf niet als feminist – wil ik dit uitgelezen moment aangrijpen om een aloude discussie nog een keer aan te zwengelen en te pleiten voor meer vrouwen in tech.
Als we vrouwen niet snel enthousiast maken voor een carrière in de tech-industrie, hebben we simpelweg te weinig arbeidskrachten met de juiste kennis en skills. En Nederland heeft nu juist mensen nodig om haar voorloperspositie op het gebied van technologische kennis te behouden.
Hoewel techbedrijven zeggen dat ze er alles aan doen om het aantal vrouwelijke medewerkers te vergroten, bestaat slechts vijftien procent van de Nederlandse tech-industrie uit vrouwen. Volgens recent onderzoek van Honeypot heeft ons land met bijna negentien procent bovendien het op zes na laagste percentage vrouwelijke Science, Technology, Engineering en Mathematics (STEM)-afgestudeerden. Bètavrouwen dus.
Een duidelijke verklaring voor dit probleem hebben we niet. Feit is en blijft dat het aantal vrouwen in de tech achterblijft. Terwijl we ze keihard nodig hebben in deze industrie. Niet omdat vrouwen iets beters of iets anders toe hebben te voegen dan mannen, maar gewoonweg omdat we te weinig mensen met relevante kennis en skills in deze sector hebben.
It’s (not) a man’s world
Als deze sector een evenwichtig aanbod van talent wil bieden, moeten we allemaal ons best doen om jongeren al tijdens hun basisschooltijd te enthousiast te maken over tech. Laten we ze meegeven dat technische studies helemaal niet stoffig zijn en niet alleen weggelegd is voor de nerds onder ons. Laat onze jeugd kennismaken met de basisbeginselen van coderen. Dan kunnen ze zelf ervaren dat programmeren vaak juist om creatieve oplossingen vraagt en uiteindelijk is in te zetten om ons dagelijks leven veiliger, gezonder en prettiger te maken.
Naast jongeren enthousiast maken over tech, wil ik ze bijbrengen dat ook vrouwen succesvol kunnen zijn in een bètawereld. Vooralsnog wordt een vrouwelijke manager in de techwereld als ‘niet normaal’ beschouwd. En ik spreek uit ervaring. Wanneer ik in gesprekken vertel dat ik cto van een hostingbedrijf ben, zijn er twee mogelijke reacties. Óf ze doen de aanname dat ik niet technisch onderlegd ben. Óf ze spreken hun bewondering uit en doen alsof ik heel speciaal bent. Let wel, puur en alleen omdat ik als vrouw geboren ben én ook nog iets snap van techniek. Beide reacties stemmen mij eerlijk gezegd tamelijk verdrietig.
Ergens snap ik het wel. Al vanaf jongs af aan wordt ons verteld dat jongens meer aanleg hebben voor exacte vakken dan meisjes. Hoe vaak hebben we wel niet gehoord dat jongens beter zijn in rekenen en meisjes beter in taal. Daarnaast spelen jongens van oudsher vaak met auto’s, lego en robots en spelen meisjes met poppen. Samen met het vrouwonvriendelijke imago dat aan de techwereld kleeft, is het niet zo gek dat meiden uiteindelijk niet zo snel kiezen voor een bètastudie.
Digitale toekomst
Ondertussen nemen de techbedrijven zo langzamerhand de wereld over. Tech is synoniem voor de toekomst. Een toekomst die in handen ligt van zij die mee kunnen komen in deze digitale wereld. Een toekomst waarin de digitale transformatie ervoor zorgt dat straks elke baan wel een technisch aspect heeft. Lijkt mij handig dat we dan niet bij voorbaat de helft van de beroepsbevolking uitsluiten.
Begrijp me niet verkeerd. In mijn ideale wereld krijgen vrouwen geen streepje voor op mannen. Ik pleit niet voor een speciale behandeling of een vrouwen-quotum. Ik pleit voor voldoende geschoolde arbeidskrachten in de tech-industrie. Want als we onze kenniseconomie in Nederland willen behouden, dan komen we er niet met alleen de mannelijke helft van de bevolking.
Laten we daarom nadenken over wat we het komend jaar gaan doen om jongeren, en misschien wel meiden in het bijzonder, enthousiast te maken voor een technische opleiding c.q. carrière. Met als ultiem doel dat we een dag als deze in de nabije toekomst niet meer nodig hebben.