IoT (internet of things) was het buzzword van het voorbije jaar, met als resultaat dat apparaten met een internetaansluiting als paddenstoelen uit de grond schieten. Daarmee dringt zich de vraag op of in 2019 digital singularity door de ontwikkelingen op het gebied van IoT, ai en cloud dichterbij komt. Een klein stapje.
Ik heb een slimme koelkast aangeschaft, ofwel een smart fridge, die mij pushnotificaties (met foto!) stuurt als de eieren niet op de juiste plek liggen. Wat moet je ermee, vraag je jezelf af. Leuk is het wel.
De koelkast wordt bovendien steeds slimmer, omdat ik de foto’s die ik ontvang beoordeel en feedback geef. Een 5G-netwerk is van groot belang om deze verschijningsvormen van edge computing (nog een buzzword) mogelijk te maken. Dat geldt dan vooral voor alle things, die niet aan een normaal netwerk kunnen hangen.
Een belangrijk aandachtspunt is en blijft de beveiliging van deze apparaten. Het lijkt om de ontwikkeling van smartproducten te gaan, terwijl de beveiliging ervan een bijkomstigheid is. Hoe slim is dat dan echt? Daardoor zijn de afgelopen jaren slimme thermostaten, beveiligingscamera’s en zelfs speelgoed het doelwit geworden van cybercriminelen.
Ik ben overigens niet bang dat mijn koelkast wordt gehackt en buitenstaanders kunnen zien dat mijn eieren niet op de goede plek liggen. Ook omdat ik zelf wat extra bescherming heb toegevoegd.
Cloud: de tweede golf
De afgelopen jaren zagen we de eerste golf bedrijven die de cloud is ingegaan. Dat waren over het algemeen jonge, vaak datagedreven bedrijven met een hoop technische kennis in huis. Zij ontwikkelen hun eigen software, kunnen overweg met api’s en hebben weinig ondersteuning nodig van de cloudprovider.
Nu zien we een tweede groep van bedrijven die de cloud adopteert. Het zijn de multinationals die op SAP draaien, een eigen datacenter hebben waar hun boekhoudsysteem draait en allerlei legacy-applicaties. Sommigen verhuisden rücksichtslos hun hele boedel naar AWS – waarvan ze vervolgens schrokken, want dat bleek de nodige zorgen en kosten met zich mee te brengen. Veel organisaties kiezen dan ook voor een geleidelijke route. Er zit de komende jaren dan ook nog ontzettend veel groei in de cloudmarkt.
Voor de eerste golf van cloud adopters staat de komende periode in het teken van optimalisatie. Zij zullen gericht zijn op verbetering door hybride te omarmen en slimmer om te gaan met clouddiensten. Veel organisaties zullen meerdere clouds gaan deployen en hun kosten beter onder controle gaan brengen. De tweede golf bedrijven staat simpel gesteld voor de volgende keuze: of we gaan de cloud in, of naar een datacenterleverancier, die ook cloud ondersteunt om het nieuwe deel van het it-landschap te ondersteunen.
Automatisering: overgenomen door de cloud
In 2018 hebben we een enorme push gezien op ‘serverless’ en andere manieren van uitbesteding van werkzaamheden aan de cloud, die voorheen uitgevoerd werden door ontwikkelaars en systeembeheerders. Nu zijn er vaker pogingen gedaan om werkzaamheden te vervangen door systemen. Virtualisatie heeft ervoor gezorgd dat systeembeheerders niet meer naar servers hoeven te rennen. Containers zorgen ervoor dat applicaties minder afhankelijk zijn van de infrastructuur. En Function-as-a-Service (FaaS) is een volgende stap in het weghalen van complexiteit bij het programmeren van applicaties. FaaS omvat het (deels) proberen te vervangen van ontwikkelaars door automatisch gegenereerde code. De ontwikkelaar kan zich binnen een FaaS-platform focussen op de functionaliteit; de ‘plumbing’ wordt geheel verzorgd. Dat maakt het gebruik van dergelijke cloud-based diensten aantrekkelijk, zeker tegen de achtergrond van een schaarste aan goede ontwikkelaars.
Ai: spraakherkenningsdiensten
Een andere voor de hand liggende trend, waar we dit jaar nog veel over horen, is ai. Want ai is – als we de markt moeten geloven – de eindoplossing van alles. Echter, de meeste oplossingen die op de markt verschijnen, hebben niks te maken met kunstmatige intelligentie. Ai simuleert namelijk denkpatronen, met de mooie eigenschap dat het de denkpatronen kan verbeteren op basis van gebeurtenissen uit het verleden. Dat is het mooie van intelligentie: het maakt zichzelf slimmer.
Het gros van de oplossingen die nu op de markt verschijnen als zijnde ai, ‘leren’ helemaal niet. Ze werken op basis van pure patroonherkenning. Een chatbot geeft antwoord op basis van een aantal woorden dat de gebruiker heeft getypt en dat de bot herkent. Maar voer je bijvoorbeeld in: ‘Dat bedoelde ik niet. Mijn tracking code geeft aan dat mijn pakketje is afgeleverd, maar ik heb ‘m niet ontvangen.’ Dan geeft de bot niet ineens een ander antwoord.
Volgend jaar gaan we een verschuiving zien van relatief simpele oplossingen op basis van patroonherkenning, naar echte ai-modellen en -oplossingen.
Een mooi voorbeeld hiervan is Siri. Als je vandaag iets tegen Siri zegt en die blijkt het niet te begrijpen, dan wordt de data teruggestuurd naar Apple door middel van een ingebouwde feedback-loop, die ervoor zorgt dat het patroon wordt aangepast. Stemherkenningsdiensten worden dus wel slimmer, omdat ze getraind worden met nieuwe data.
Zo duurde het ook een aantal maanden voordat mijn koelkast doorhad dat de eieren eigenlijk sinaasappelen waren. Ze lagen overigens wel nog steeds op de verkeerde plek.