Belgen maken zich zorgen over hun algemene veiligheid, al zijn ze net iets minder ongerust dan het wereldwijde gemiddelde. Vooral ongerustheid over online veiligheid zit in de lift. Zo blijkt uit de Unisys Security Index, een bevraging bij meer dan dertienduizend volwassenen in dertien landen.
Op een schaal van nul tot driehonderd, waarbij driehonderd staat voor het hoogste niveau van ongerustheid, scoren de Belgen 155 punten vergeleken met het wereldwijde gemiddelde van 173. In het kader van de lokale verkiezingen in België en de federale verkiezingen in mei volgend jaar, toonde het onderzoek ook aan dat de meerderheid van de Belgen (58 procent) denkt dat er momenteel online buitenlandse politieke inmenging plaatsvindt, of waarschijnlijk in de toekomst zal plaatsvinden en dat bijna de helft (45 procent) van de Belgen van mening is dat online stemsystemen het doelwit zullen zijn van buitenlandse politieke machten.
Sociale media worden beschouwd als een belangrijk kanaal voor het delen van verkeerde informatie rond verkiezingscampagnes, ondanks dat 52 procent van de Belgen van mening is dat het weinig of geen invloed heeft op de mening van gebruikers; in antwoord daarop zegt 38 procent van de Belgen dat sociale media een grote invloed heeft op de politieke mening. Bovendien geloven een hogere graad van jongere Belgen dat sociale media invloedrijk zijn. 52 procent van de achttien tot vierentwintig-jarigen zegt dat het de politieke mening van het publiek aanzienlijk beïnvloedt.
Fitnesstrackers
Uit het rapport blijkt dat Belgen niet staan te springen om persoonlijke data te delen met publieke en private organisaties. Er zijn twee belangrijke redenen: ofwel vertrouwen ze de organisaties niet, ofwel vrezen ze dat het niveau van beveiliging onvoldoende is om een veilige transactie te verzekeren. Dat laatste is vooral het geval wanneer het over betalingen gaat. Slechts 26 procent ziet het zitten om via een app op een smartwatch te betalen. Nederland scoort nog lager, met 23 procent. Ter vergelijking: in Brazilië vindt 60 procent van de ondervraagden dat wel een goed idee.
Wanneer er enkel persoonsgegevens in het spel zijn, voelen Belgen zich nog steeds niet voldoende gerust om data te delen. Slechts 23 procent schaart zich achter het idee om data van fitnesstrackers te delen met verzekeringsbedrijven. 60 procent geeft aan er helemaal tegen te zijn. Vergeleken met de rest van de wereld zien Belgen en ook Nederlanders het minste meerwaarde in het delen van gezondheidsdata met hun verzekeraar. In Maleisië, Brazilië en de Filipijnen vindt in contrast meer dan de helft van de ondervraagden het delen wel een goed idee.
We zien het delen van data beter zitten wanneer we denken dat daar een positieve impact op onze gezondheid mee gemoeid is. 74 procent denkt bijvoorbeeld dat het een goed idee is om medische apparatuur zoals pacemakers rechtstreeks te laten communiceren met een dokter.
Vrouwen sneller bezorgd
Het onderzoek toont tot slot nog aan dat het niveau van ongerustheid sterk verschilt al naargelang het geslacht, de leeftijd, het niveau van onderwijs en het inkomen van de ondervraagden. Zo zijn vrouwen in de regel iets sneller bezorgd over veiligheidsrisico’s dan mannen (met een verschil van negen procent). Een diploma van een hogere onderwijsinstelling en een hoger inkomen zorgen dan weer voor minder ongerustheid, vergeleken met mensen die minder verdienen of geen hoger diploma hebben. Het inkomen is de grootste factor, verantwoordelijk voor een verschil van 24 procent. Mensen tussen de 45 en de 54 jaar oud maken zich tot slot het meeste zorgen, Belgen tussen de 35 en de 44 jaar oud het minste.