Ruim een jaar geleden stuurden Hewlett Packard Enterprise (HPE) en NASA de Spaceborne Computer naar het International Space Station (ISS) om te onderzoeken welke impact de ruimte op deze supercomputer heeft. Mark Fernandez, payload developer software HPE, vertelt vanuit het ruimtevaartcentrum Marshall Space Flight Center over het verloop van het experiment, dat onverwacht met drie maanden is verlengd.
‘Het is geen Uber waar je zomaar even een rit terug naar huis kunt bestellen’, grapt Fernandez aan de telefoon, om eraan toe te voegen dat de drie maanden verlenging voor hem ook gerust drie jaar hadden mogen zijn. ‘We hebben de return to earth (RTE)-datum nog niet officieel ontvangen, maar er wordt gesproken over 29 november 2018.’ Van extra kosten door verlenging van de missie is volgens hem geen sprake. De koude atmosfeer zorgt voor gratis koeling en de zon voorziet in energie.
Het team, bestaande uit een principal investigator, technisch schrijver, drie hardware- en twee softwaredevelopers, onder wie Fernandez, monitort sinds de lancering 14 augustus vorig jaar dagelijks de Spaceborne Computer vanuit het Huntsville Operations Support Center ISS in het Marshall Space Flight Center in Huntsville, Alabama. En dan te bedenken dat Spaceborne Computer niet meer is dan een standaard, uit voorraad leverbaar systeem, waarvan alleen software bescherming biedt tegen kosmische omstandigheden.
‘Hij werkt geheel zelfstandig, maar we ontvangen wel elke vijf seconden een statusrapport. We hebben het afgelopen jaar eigenlijk maar drie interrupties gehad, die niets met ons systeem te maken hadden’, stelt hij tevreden vast. ‘Onze software merkte op dat een spanning-omvormer van een stekkerdoos kapot was en maakte zelfstandig een foutrapport op, het brandalarm in de ISS ging een keer af en een astronaut, voor de eerste keer in het ISS, stootte per ongeluk zijn knie tegen de noodstroomknop.’
Fernandez begint te schaterlachen bij het idee dat door zo’n stommiteit de supercomputer ruim drie uur buiten werking is geweest. ‘Zoiets vraagt om een complete reboot. Voordat we het systeem weer in productie kunnen nemen, voeren we een complete softwarecontrole uit en zijn we bijna drie uur verder.’
Hoge g-krachten
Storingen en mankementen waar voorafgaand aan de missie rekening mee werd gehouden, bleven grotendeels uit. Zo werd gedacht dat de supercomputer hoge pieken en dalen in stroomlevering, ‘dirty power’, niet zou overleven, en geheugenmodules zouden uitvallen. Ook was het nog maar de vraag of de standaardbehuizing van de supercomputer de hoge g-krachten met al het geschud zou doorstaan.
Wel vielen twee van de in totaal twintig harde solid state-schijven (ssd) uit. ‘Ze zijn dus niet zo solide als fabrikanten beweren, een zwakte waar we dus rekening mee moeten houden’, constateert Fernandez, die benadrukt dat twee werkende ssd’s voor de Spaceborne al voldoende zijn. Als payload-ontwikkelaar schreef hij software voor het monitoren van de processoren, het (cache-)geheugen en de elektriciteitstoevoer.
Zag hij het crashen van de twee harde schijven dan niet aankomen? ‘Oké, ik geef het toe!’, glimlacht Fernandez. ‘Ik ben helemaal vergeten software te schrijven die bescherming biedt bij het uitvallen van een ssd.’ Iets wat hem misschien niet direct kwalijk is te nemen. ‘Ik ben een echte software guy en schrijf software om juist dingen te doen, niet om hardware te beschermen. Ik was ook al wel een beetje nerveus, dat ik in deze misschien niet genoeg geschreven zou hebben.’
HPE Discover 2018 Las Vegas
Tijdens HPE Discover 2018 afgelopen juni in Las Vegas kon je als bezoeker niet om het Spaceborne project heen. Een levensgrote doorsnede van een deel van het International Space Station neemt een groot deel van de beursvloer in beslag, voorzien van ruimtevaarder en computer. ‘Het is geen dummie, hij werkt écht! Het is ook exact dezelfde computer als in de ruimte. Een show-off. We scheppen nu eenmaal graag op’, zegt Fernandez, die laat weten dat er drie identieke, werkende Spaceborne Computers bestaan: een in de ISS, een in het Marshall Space Flight Center en een show-off-versie voor evenementen.
Toch dienen de drietal systemen meer doelen dan Fernandez aanvankelijk doet vermoeden. Zo hebben de identieke computers op aarde, in tegenstelling tot die in het ISS, nul uitval gehad op het gebied van harde schrijven, dan wel – voor zover hij weet – op andere componenten. Alle drie de computers worden volgens hem constant met elkaar vergeleken, al kan het analyseren pas beginnen als het ISS-systeem terug is op aarde.
‘We laten straks een parts failure-analyse in een laboratorium doen en kijken hoe oud een onderdeel oogt, of het misschien end-of-life is en niet meer is te gebruiken. Enkele componenten laten we analyseren zónder te zeggen dat het in de ruimte is geweest, maar ook juist door te zeggen waar het is geweest’, aldus Fernandez, die aangeeft dat de Spaceborne Computer straks meegaat met de missie naar Mars in 2023. Althans, de beoogde missie.