Een vierde speler op de gsm-markt kan een positieve rol spelen voor het verder aanscherpen van de prijsconcurrentie. Dat schrijft telecomwaakhond Bipt in een rapport dat het maakte op vraag van minister van Telecom Alexander De Croo.
Het rapport maakt eerst een analyse van de huidige concurrentiële situatie van de mobiele markt. Daaruit blijkt dat mvno’s goede toegang hebben tot de netwerken van de drie bestaande spelers en dat het prijsniveau van de mobiele telefoondiensten in België daalt.
Maar, ondanks deze dalende trend, vallen de Belgische mobiele producten niet altijd goedkoop uit in vergelijking met de buurlanden. Zeker wie veel data verbruikt, moet zijn toevlucht nemen tot mobiele formules die in ons land relatief duur zijn. De dekking en dienstkwaliteit zijn daarentegen goed, zelfs erg goed. Een vierde speler kan dus een positieve rol spelen voor het verder aanscherpen van de prijsconcurrentie.
Tegenstrijdige studies
Wat de impact op de langere termijn en op het algemeen investerings- en dus kwaliteitsniveau zal zijn, is minder duidelijk, aldus het Bipt. Zo bestaan er tegenstrijdige studies over de impact op het globaal niveau van de investeringen. Er zijn ook indicaties dat het investeringsniveau bij de bestaande operatoren mogelijks onder druk komt te staan door verminderde winsten, zeker bij een operator waarvan de winsten aan de lagere kant zouden zijn ten opzichte van zijn sectorgenoten.
‘Op basis van enkele ervaringen in het buitenland op vlak van intrede van een vierde speler (Frankrijk, Nederland, Italië) mogen we aannemen dat de prijzen, zeker in een eerste fase, sterk gaan dalen’, zo schrijft de telecomwaakhond. ‘Ook zien we dat deze nieuwkomers vaak met nieuwe prijsformules en diensten de markt betreden waardoor ook bestaande operatoren zich aanpassen.’
Belangrijkste voorwaarde voor een mobiele telecommunicatiemarkt met vier operatoren met een eigen netwerk is de aanwezigheid van voldoende radiospectrum, zodat de vier operatoren ook effectief dat eigen netwerk kunnen uitrollen. In 2019 vindt er een nieuwe uitgebreide spectrumveiling plaats die die plaats zal bieden, meent het Bipt. Wel zullen de bestaande operatoren na de veiling zich moeten aanpassen aan de nieuwe situatie. Eén van de belangrijkste uitdagingen voor een eventuele vierde operator zal het bekomen zijn van de nodige bouw- en leefmilieuvergunningen voor de sites, masten en de stralingsnormen in het bijzonder in Brussel.
Meer innovatie, minder investeringen?
Het effect op het kwaliteitsniveau is tweeledig. Enerzijds kan men uit een verhoogde concurrentie meer innovatie verwachten. Anderzijds kan de verlaagde winst ook betekenen dat operatoren minder zullen investeren in zones waar de concurrentie niet speelt (bijvoorbeeld in de dekking van de rurale gebieden) of kosten zullen drukken op kwaliteit om een antwoord te bieden aan de prijsconcurrentie. ‘Wat het eerste punt betreft, valt op te merken dat dekkingsvereisten die verbonden worden aan de licenties een adequate dekking kunnen verzekeren’, zo maakt het Bipt zich sterk.
Het Bipt benadrukt in de studie ook het nut van de reeds bestaande maatregelen, zoals verhoogde transparantie, prijsvergelijking via www.bestetarief.be, dekkingskaarten en de kwaliteitsbarometer. Daarnaast is ook het recent genomen marktanalyse-besluit van belang waarin onder andere toegang tot de vaste netwerken (kabel, koper en glasvezelnetwerk) wordt opgelegd om de concurrentie op de breedband en tv-markten aan te zwengelen.
Deze regulering zorgt er voor dat mobiele operatoren zonder eigen vast netwerk (zoals bijvoorbeeld Orange) mobiele telefonie kunnen aanbieden samen met breedbandinternet-en televisiediensten. Aangezien ook mobiele telefonie meer en meer afgenomen wordt in bundels, de zogenaamde quad play, is en blijft toegang tot de vaste netwerken volgens het Bipt ook cruciaal voor de concurrentiële situatie op de mobiele markt, ook bij de introductie van een vierde speler.
Commerciële interesse
Tenslotte merkt Bipt op dat de mogelijkheid tot intrede voor een vierde speler slechts een optie is die uiteindelijk vanuit de markt dient gelicht te worden. De keuze die hier dus gemaakt moet worden aan de hand van de spectrumveiling, is om al dan niet een kans te geven voor mogelijke intrede indien daar commerciële interesse voor bestaat. Indien er uiteindelijk geen interesse zou bestaan, bijvoorbeeld door de drempels en moeilijkheden hierboven beschreven, blijven de bestaande operatoren over met het volledig pakket aan spectrum.
Het Bipt sluit ook niet uit dat, zelfs bij intrede van een vierde speler, de markt voor mobiele telefonie op termijn weer kan consolideren. Ondertussen zal de verhoogde concurrentie door de intrede echter volop gespeeld hebben.