Bij bedrijven die technologisch achterlopen, uit meer dan een derde van de werknemers hierover frustraties. Die frustratie correleert ook rechtstreeks met het mogelijk personeelsverloop: tien procent van de werknemers bij bedrijven die achterblijven, denkt eraan elders te gaan werken. Dat blijkt uit een onderzoek van Unisys.
Unisys voerde zijn onderzoek in twaalf landen, waaronder België en Nederland. Het bedrijf peilde naar de houding van werknemers en de invloed van de op het werk gebruikte technologie op hun dagelijks leven. De enquête catalogiseerde leiders en achterblijvers op vlak van technologie, op basis van hoe de respondenten hun werkgever kwalificeerden (technologische voorloper of achterblijver in vergelijking met de concurrentie). In België zegt maar 27 procent van de ondervraagden zijn bedrijf als een technologische leider aan te zien.
Ruim een derde (36 procent) van de Belgische digitale werknemers bij organisaties, die op vlak van technologie achterblijven (‘technology laggard’), uitte frustratie over hun werkgever. Bij werkgevers die wel mee zijn met de technologie (‘technology leaders’) is dit slechts 10 procent van de werknemers. In Nederland ligt het cijfer nog hoger: 38 procent is hier ontevreden. Bij de ‘technology leaders’ is dat 11 procent.
Deze cijfers kunnen een bedrijf behoorlijk duur komen te staan, niet alleen omdat ongemotiveerde en gefrustreerde werknemers minder goed presteren, maar ook omdat ze vaker afwezig zijn, een slechtere dienstverlening bieden en sneller op zoek gaan naar andere banen.
Uit de resultaten blijkt verder dat de gebruikte technologie in ondernemingen een belangrijke hefboom kan zijn voor de tevredenheid van de werknemers. ‘De cijfers tonen een duidelijk patroon voor de huidige Belgische digitale werkplaats: bijna een derde van de mensen die werken voor achterblijvers in technologie, heeft het gevoel dat verouderde apparatuur hun productiviteit beperkt, met veel frustratie tot gevolg waardoor die werknemers zelf al naar een mogelijke exit kijken’, zegt Rudolf de Schipper, senior projectmanager bij Unisys Belgium.
‘Hun frustratie is reëel en heeft een tastbare emotionele impact. Samengevat gaat het over ‘toegang of beschikbaarheid van digitale tools’. Werknemers willen overal hun werk kunnen doen en het gemakkelijk, zonder al te veel beproevingen uitvoeren. Toestellen met de juiste applicaties en productiviteitstools uitrusten is van cruciaal belang voor de beschikbaarheid en hun engagement.’
Elders gaan werken
Het mag dan ook niet verbazen dat bij bedrijven die achterlopen 10 procent van de Belgische werknemers overweegt om elders te gaan werken. In Nederland is dat 7 procent. Bij bedrijven die het voortouw nemen in technologie is dit amper 2 procent. Vooral voor België is dit verontrustend omdat hier slechts 27 procent van de respondenten zijn bedrijf tot de technologische leiders rekent. Dat is minder dan het wereldwijde gemiddelde (32 procent).
Het grootste pijnpunt voor werknemers bij ‘klassieke’ bedrijven is de apparatuur. Een derde van de Belgische werknemers (Nederland: 36 procent) klaagt dat hun productiviteit wordt afgeremd door verouderde toestellen die ze moeten gebruiken. Dat is dubbel zoveel als degenen die werken voor vooruitstrevende organisaties (16 procent in België, 20 procent in Nederland).
Uit het rapport komt voorts naar voren dat een ‘bring your own device’-beleid (voornamelijk voor smartphones) potentiële veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. Drie van de vijf digitale werknemers, die dit doen, geven toe dat zij apps en webtools downloaden die niet worden ondersteund door de it-afdeling van hun bedrijf. Als reden geven ze aan dat die apps ‘beter zijn dan wat hun bedrijf biedt’ of dat ‘hun bedrijf geen alternatief biedt’.
Artificiële wat?
Volgens 29 procent van de Belgische respondenten heeft de artificial intelligence (ai)-technologie de meeste kans als dé opkomende technologie om hun werkomgeving in de komende vijf jaar te transformeren. In Nederland is dat 25 procent. Daarmee liggen beide landen ver onder het globale gemiddelde van 36 procent.
Erger nog: terwijl de meerderheid van de respondenten aangaf termen als ai te kennen, zegt maar 21 procent van de Nederlanders en 22 procent van de Belgen echt vertrouwd te zijn met de technologie. Belangrijk is dat dit gebrek aan inzicht sterk bijdraagt aan wat mensen geloven over de impact van nieuwe technologie op hun werkplek. Het onderzoek toonde aan dat 34 procent van de werknemers bij toonaangevende Belgische organisaties van mening is dat technologie en automatisering hun taken in vijf jaar tijd overbodig kunnen maken. In Nederland is dat zelfs 40 procent.
‘De angst voor het onbekende is groot en dat is wat deze resultaten bevestigen’, aldus De Schipper. ‘Maar organisaties die hun technologie en bedrijfsprocessen op de juiste manier moderniseren, zijn het best geplaatst om de leidende rol te spelen. In combinatie met de juiste training-, automatisering- en intelligentietools kunnen werknemers worden gestimuleerd door hen te bevrijden van saaie taken zodat ze betere resultaten kunnen leveren. Wij geloven dat ai-werknemers zal verbeteren. En niet zal vervangen.’