Nederland is samen met Zweden, Denemarken, Finland, Verenigd Koninkrijk en Luxemburg een ‘innovatieleider’. Het doet het daarmee beter dan België dat een ‘Sterke innovator’ is. Dat blijkt uit de laatste European Innovation Scoreboard (EIS) van de Europese Commissie.
De European Innovation Scoreboard voorziet een vergelijkende analyse van de innovatieve slagkracht van verschillende Europese landen en regio’s. Het meet de relatieve sterkten en zwakheden van de nationale innovatiesystemen en helpt landen met het identificeren van probleemgebieden. Criteria die daarbij gelden zijn onder meer de investeringen in onderzoek en ontwikkeling, de digitalisering, de impact van innovatie door kleine bedrijven, de publiek-private samenwerking en de werkgelegenheid bij innovatie bedrijven en instellingen.
Uit de laatste editie van het scorebord blijkt dat de algemene Europese innovatiekracht versterkt, dat de vooruitgang versnelt en dat de toekomst er over het algemeen behoorlijk rooskleurig uitziet. De positie ten opzichte van Japan, de Verenigde Staten en Canada is al jarenlang aan het verbeteren. Toch is niet alles peis en vree: de innovatieversnelling in China ligt op dit moment drie keer zo hoog als in Europa.
Zweden blijft de Europese innovatieleider, gevolgd door Denemarken, Finland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Luxemburg. Zij scoren allen met meer dan 20 procent boven het EU-gemiddelde en mogen zich daarom ‘innovatieleider’ noemen. België staat op een zevende plaats, net na Duitsland en krijgt de titel ‘sterke innovator’ mee. Litouwen, Nederland, Malta, het Verenigd Koninkrijk, Letland en Frankrijk zijn de snelste groeiers. Hongarije, Bulgarije en Roemenië zijn de hekkensluiters.