Ethiek zet de rol van architectuur meer dan ooit op zijn plek. Zeker nu de inzet van technologie onbegrensde mogelijkheden biedt. De vraag is of we die allemaal willen benutten. De bedrijfsarchitect moet in staat zijn die vraag te beantwoorden. Zo makkelijk is dat niet want onze moraal toevoegen aan architectuurprincipes is geen kwestie van een simpel rekensommetje. Het blijkt heel moeilijk te bepalen wat goed en fout is.
Wat voor de ene organisatie goed is, kan voor een ander bedrijf heel fout zijn of maatschappelijk onverantwoord blijken. De recente perikelen rondom Facebook bevestigen dat eens te meer. Het gaat verder dan de waarde voor klant of gebruiker. ‘Klant centraal’ maakt plaats voor het centraliseren van ‘het geluk van de klant’. Daarbij moeten organisaties grotere verantwoordelijkheden nemen dan ze nu gewend zijn.
Neem de GDPR die onlangs van kracht is geworden. Deze recente wetgeving voor gegevensbescherming vertelt ons alles over de nieuwe maatschappelijke waarde van privacy. Tegelijkertijd laat de wet ruimte voor de wijze hoe ermee om te gaan. Zo klopte onlangs een vriendelijke hacker aan bij een bedrijf met 6 Mb aan privacygevoelige gegevens die hij had buit gemaakt. Het werd keurig gemeld bij de directie. Dus eigenlijk niks aan de hand want er was immers geen sprake van inbreuk op persoonsgegevens. Op zo’n moment komt ethiek om de hoek kijken. Wat als de ethische afspraken zeggen dat het bij de bedrijfscultuur past melding te maken van deze gebeurtenis omdat burgers hoe dan ook moeten weten wat er met hun data gebeurt? Een dilemma uit de dagelijkse praktijk. De organisatie koos er dus voor het incident bij klanten en relevante instanties te melden.
Morele kompas is een must
Elke organisatie bepaalt zijn eigen morele kompas. Die moraal moet onderdeel zijn van de architectuurprincipes. Dat vraagt om helderheid over bedrijfsnormen en -waarden. Die worden veelal gebaseerd op de visie en missie: Waarvoor is een bedrijf op aarde? Welke moraal past bij de organisatie? En welke verantwoordelijkheden horen daarbij?
Stel, een bedrijf ontwikkelt een nieuw digitaal product dat onbedoeld tot verslaving leidt bij gebruikers. Welke verantwoordelijkheid neemt het bedrijf dan? Die vraag is makkelijker te beantwoorden als de architect de moraal van de organisatie én de maatschappij waarin zij opereert heeft verwerkt in de architectuurprincipes. Zo zal de organisatie gerichte maatregelen treffen om verslaving te voorkomen of achteraf alsnog verantwoordelijkheid nemen voor betrokken mensen.
Met deze moreel onderbouwde principes kunnen nieuwe digitale producten en diensten op een verantwoorde wijze worden ingezet.
Waarden van het individu, het vak, de organisatie, culturele en maatschappelijke waarden zijn voor elke organisatie in elke willekeurige cultuur anders. Dat maakt het lastig, maar niet onmogelijk om architectuurkeuzes te maken. Organisaties die de moeite nemen verantwoorde keuzes te maken, krijgen het vertrouwen van consument en samenleving. Daarom is ethiek de basis voor toekomstbestendige architectuurprincipes voor verantwoord technologiegebruik
Ton Eusterbrock, principal consultant enterprise architectuur bij Sogeti