Klanten van Google Cloud hoeven hun virtuele machines (vm’s) niet meer op gedeelde servers te draaien. In navolging van concurrenten als AWS en Microsoft Azure, biedt het technologiebedrijf zogeheten single-tenant nodes. Dat zijn fysieke servers die slechts voor één enkele klant beschikbaar zijn. Dat meldt Google op zijn Cloud Platform blog.
Virtuele machines die zijn gestald in een publieke cloudomgeving zoals Google Cloud, gebruiken normaal gesproken gedeelde servercapaciteit. Daarbij staan de vm’s van meerdere klanten op dezelfde fysieke hardware. Ze gebruiken bovendien dezelfde hypervisor voor hun aansturing.
Compliance
Sommige organisaties maken voor hun vm’s liever geen gebruik van een gedeelde cloudomgeving. Dit is onder meer het geval bij bedrijven en instellingen die te maken hebben met strikte regelgeving op het vlak van compliance. Deze regels verplichten hen bijvoorbeeld om hun systemen fysiek te scheiden van andere gebruikers, zelfs in de cloud.
Organisaties kunnen binnen hun afgeschermde fysieke cloudomgeving naar eigen inzicht virtuele machines, CPU’s en geheugen aanmaken en toewijzen. Een algoritme bepaalt hoe en op welke afgeschermde server(s) de nieuwe vm’s het beste worden aangemaakt. Dit kan ook handmatig, staat in de blog vermeld.
AWS en Azure
Amazon Web Services en Microsoft Azure bieden al langer vergelijkbare single-tenant cloudomgevingen. Bij AWS heten de opties Dedicated Hosts en Dedicated Instances. Bij Azure heet het Compute Isolation. Microsoft staat echter slechts één virtuele machine per fysieke cloudserver toe.