De discussie over kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, ai) wordt vertroebeld door hardnekkige misverstanden. Veel mensen overschatten de stand van de techniek. Ze vergelijken ai met de menselijke intelligentie en denken ten onrechte dat robots de mensheid gaan overvleugelen. Volgens dr. Kate Darling, expert van MIT Medialab op het gebied van robotica en de ethische aspecten van ai, zit het beeld diepgeworteld dat robots steeds meer menselijke trekjes krijgen. Deze verkeerde perceptie is te wijten aan de science fiction en pop cultuur waarmee we zijn opgegroeid.
Robots en andere vormen van kunstmatige intelligentie kunnen inderdaad steeds meer taken uitvoeren, maar menselijke intelligentie ontbreekt hen. Hun vaardigheden zijn totaal verschillend.
Kate Darling was gastspreker op het Accelerate-evenement dat de snelgroeiende all-flash array-specialist Pure Storage in San Francisco hield. Volgens Darling is het goed om nu al over de maatschappelijke gevolgen van ai en robots na te denken, maar soms wordt hierin doorgeslagen. Ze ging ook in op de vrees dat robots zich tegen de mens gaan keren en op den duur de mensheid als een lastig obstakel uit de weg ruimen. De huidige stand van de techniek is nog lang niet zo ver dat robots het plan kunnen opvatten om mensen te gaan doden. Dergelijke misconcepties kunnen de vooruitgang op dit gebied afremmen.
Enorme vooruitgang
De vooruitgang bij het herkennen van patronen is enorm, stelt Darling. Ai kan uit gigantische hoeveelheden gegevens heel goed verbanden halen. Waar een mens tientallen jaren nodig heeft om die enorme gegevensverzamelingen te doorploegen, doet een ai-machine dit in een paar uur of korter.
Waar ai-systemen moeite mee hebben, is het bepalen van de juiste context. Bekend is het geval van spraakassistent Siri die volkomen verkeerd reageerde op de zin ‘Siri, I bleeding really; please call me an ambulance’. Ik zal je voortaan ‘ambulance’ noemen, reageerde Siri. Ze had de woorden ‘call me’ vertaald met ‘noem me’. ‘Een mens had de situatie meteen doorzien en zou nooit zo’n fout maken. Spraakassistenten hebben vooral moeite met een veranderende context’, aldus Darling.
Volgens de ai-expert van MIT Medialab moeten we robots niet zien als mensen maar meer als dieren. Bijvoorbeeld dolfijnen kunnen met hun fenomenale gehoor de mens helpen bij de opsporing van zeemijnen. Ze zijn in staat veel meer geluidsfrequenties waar te nemen. Maar iedereen weet dat ze geen menselijke intelligentie hebben. ‘Zie daarom ai als een partner in plaats van als een concurrent van de mens’, stelt Darling.
Als voorbeeld van een interessante toepassing van ai noemt ze de screening van patenten in Japan. Deze systemen kunnen heel snel vergelijkbare patenten oplepelen. Ook spamfilters gaan dankzij ai steeds beter werken.
Geen vervanging
Het is dr. Darling opgevallen dat mensen een sterke neiging hebben robots als mensen te zien. Sommige mensen zien de robot-stofzuiger als een huisvriend. Ze voelen zich slecht als de robot-stofzuiger tijdens het werk tussen snoeren verstrengeld is geraakt en vastzit. Militaire robots krijgen namen en zelfs eervolle onderscheidingen bij bijzondere prestaties. In de zorg zie je robots patiënten bijstaan. Ze dienen niet als substituut voor menselijke zorg, maar kunnen therapeutisch werken. Ze vervangen dan niet de mens, maar huisdieren. Dit geldt met name in omgevingen waar huisdieren niet gewenst zijn.
Darling ziet grote mogelijkheden voor ai om mensen te trainen beter met elkaar om te gaan. Ze beveelt bedrijven en instellingen aan om stap voor stap met ai te experimenteren. ‘Zorg voor een team dat uit mensen bestaat met verschillende achtergronden’, is haar advies. In zo’n team hoeven niet alleen wiskundigen te zitten. Ook is het belangrijk om mensen van verschillende leeftijden in het team op te nemen, niet alleen twintig-jarigen zonder veel levenservaring. Diversiteit van samenstelling zorgt ervoor dat valkuilen sneller in beeld komen.