Google beleeft turbulente weken. De samenwerking van Google met het Pentagon zorgt voor ophef bij medewerkers. Een verhaal met heel wat actuele invalshoeken: van drones en artificial intelligence tot een technologiebedrijf dat zijn roots zou verloochenen.
Terwijl deze week in ons land her en der werd gestaakt en betoogd, situeert er zich ook gemor in een bedrijf waar je dat niet van zou verwachten: Google. De werknemers van de technologiereus Google hebben ethische bezwaren tegen de medewerking aan een droneproject van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Het bericht werd in onze contreien wel af en toe opgepikt, maar viel toch grotendeels tussen de plooien.
Wat doet Google met het Amerikaanse leger?
Vooral technische ondersteuning, zo blijkt. Een maand of drie geleden kwam aan de oppervlakte dat Google ging samenwerken met het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie. Google verklaarde zich akkoord dat het Amerikaanse leger zijn artificiële intelligentie mocht inzetten bij de verwerking en analyse van beelden die drones verzamelen. Het gaat veelal om beelden die in oorlogsgebied zijn gemaakt.
Met zijn hulp biedt Google een antwoord op een nijpend probleem bij het Amerikaanse leger. Dat ondervondt namelijk moeilijkheden om de gigantische (en steeds groter wordende) hoeveelheid beelden, die onbemande vliegtuigjes maken, te analyseren. De militairen moeten namelijk zo snel mogelijk voorwerpen van mensen onderscheiden. Technologie moet hier het verschil maken.
Het pilootprogramma wordt het Project Maven genoemd, een project dat vorig jaar al startte. Dankzij de technologie van Google hoopt het leger beelden automatisch te kunnen indelen en inschatten. Een typisch voorbeeld en toepassing van artificiële intelligentie dus.
Wat zegt dit over het gebruik van artificiële intelligentie?
Het is net die artificiële intelligentie die de medewerkers tegen de borst stuit. Heel wat Google-medewerkers uiten ethische bezwaren tegen de medewerking van hun bedrijf aan dit testproject. Techwebsite Gizmodo sprak met enkele verontruste personeelsleden. Zij zijn van mening dat je de verantwoordelijkheid voor dergelijk gevoelige beslissingen niet kan toevertrouwen aan algoritmes maar enkel aan mensen. ‘We spelen met mensenlevens. We kunnen niet langer ontkennen dat onze sector en technologie schadelijk kan zijn’, luidt hun teneur.
Bovendien vrezen de personeelsleden dat het project zal leiden tot een vertrouwensbreuk bij de wereldwijde gebruikers. Een heikel thema, want vertrouwen is voor een technologiebedrijf cruciaal. En momenteel geniet Google bij zijn gebruikers nog veel meer vertrouwen dan een bedrijf als Facebook.
Welke acties ondernemen de Google-medewerkers?
Protesteren en hun ontslag indienen. Sinds enkele weken circuleert bij Google een petitie tegen de samenwerking met het Pentagon. De eerste zin daarvan is al meteen duidelijk: ‘We believe that Google should not be in the business of war.’
Ruim 5 procent van de zowat 85.000 werknemers zouden de petitie al ondertekend hebben. Het gaat dus niet om enkelingen. Volgens de rondvraag van technologiesite Gizmodo ging een dozijn medewerkers nog een stap verder en dienden zij hun ontslag in uit protest tegen de samenwerking met het Pentagon.
Vooral die ontslagen zijn opmerkelijk. Voor velen is Google zo ongeveer het Walhalla om voor te werken. Het bedrijf, en moederbedrijf Alphabet, ontvangt een miljoen sollicitatiebrieven per jaar. Al krijgt gemiddeld krijgt minder dan één kandidaat op 100 daarvan een baan. De selectieproeven (en vragen) zijn er legendarisch. Het is alvast de eerste keer in de geschiedenis van Google dat er zoveel onrust is over beslissingen van de top van het bedrijf.
Wat doet de Google-top zelf?
Vooreerst: de Google-medewerkers staan niet alleen. Zo stuurde de internationale commissie voor controle op bewapende robots (ICRAC) de top van Google ook al een brief. De organisatie uitte hierin hun bezorgdheid. Ze vrezen dat Google begint aan een proces wat uiteindelijk leidt tot automatische gezichtsherkenning. Of concreet: tot systemen die vervolgens zelfstandig de keuze maken of er wordt gevuurd (en dus gedood) of niet. ‘Met dit project raakt Google betrokken bij de twijfelachtige praktijk van gericht doden’, zo luidt het in de brief van de commissie.
Maar de Google-top houdt voorlopig de boot af. Het management is alvast niet van plan het contract op te zeggen. ‘Het gaat om vrij toegankelijke software’, zo luidt het tegenargument. Waarmee dat ze counteren dat zelfs àls zij geen technische ondersteuning bieden, of betaling voor het gebruik van de Google-technologie weigeren, het Pentagon de technologie nog kan gebruiken. Project Maven is namelijk een project van het Pentagon, niet van Google zelf.
Wat zegt dit over het hr-beleid van Google?
Het gemor van de personeelsleden zegt wel wat over de groei en het HR-beleid van het bedrijf, dat intussen tot Alphabet is omgedoopt. Vroeger moedigde Google interne discussies en debat aan. Bekend zijn de sessies waarin ceo Lary Page, heel geduldig, met elke medewerker in gesprek en discussie ging. Het was de tijd van het Google Campus-gevoel. Die tijd lijkt voorbij.
De Google-medewerkers oordelen dat de top van het technologiebedrijf minder transparant is geworden. ‘De directie lijkt nu minder rekening te houden met de mening van werknemers’, klinkt het. Een interne discussie over ethische kwesties is, volgens hen, op de lange baan zijn geschoven.
Wat zegt dit over de strategie van Google?
Ook strategisch lijkt er een en ander te verschuiven. Google zou momenteel ook nog in de running zijn voor een ander groot project van het Amerikaanse leger. In dit geval de Joint Enterprise Defense Infrastructure of kortweg JEDI. Volgens de gespecialiseerde site Defense One maakt Google kans op een defensiecontract dat verspreid over een decennium een waarde heeft van tien miljard dollar.
Voor sommigen, en zeker de morrende medewerkers, zijn deze acties opmerkelijk voor een bedrijf wiens credo altijd ‘don’t be evil’ is geweest. Alleen blijkt in tijden van artificial intelligence die ethische lijn moeilijk te trekken. En dat zal in de toekomst alleen nog maar moeilijker worden.