Het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft enkele Nederlandse softwarebedrijven opdracht gegeven om blockchaintechnologie te gebruiken voor het stroomlijnen van afvaltransporten tussen Nederland en België.
Het ministerie klopte daarvoor aan bij de Nederlandse bedrijven LegalThings One en Safety Changer. Door het combineren van de blockchain met de bestaande it-infrastructuur moeten de inspectiediensten een groot deel van hun taken kunnen automatiseren. Die maakt dan tijd en expertise vrij om andere taken af te handelen. De aankondiging werd gedaan op de CeMat-beurs in Hannover.
‘Momenteel superviseren en authoriseren verschillende overheidsdiensten de export, import en het transport van afval doorheen de Europese Unie’, zegt Elliot Donata van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het ministerie. ‘De EU overziet verschillende aspecten van deze processen zoals het afleveren van vergunningen, het verwittigen van betrokken partijen van afvaltransporten en het monitoren van de financiële veiligheid. Dat is arbeidsintensief en veel zaken gebeuren nog met papier en de post. Bij het ILT geloven we dat een combinatie van smartphone apps (voor het binnenhalen en verifiëren van data) en blockchaintechnologie de manier is voor een efficiënte, grensoverschrijdende transporten van afval.’
Door blockchain krijgen alle overheidsdiensten en bedrijven in real time verificaties van elke stap in het proces. Naast ILT zijn ook twee grote afvalmaatschappijen al aan boord van het project (Indaver en AVR) en de OVAM, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij.
Elk jaar zijn er ongeveer 600.000 grensoverschrijdende afvaltransporten die vanuit Nederland vertrekken. ‘Stel je voor hoeveel tijd en geld je bespaart als al die chauffeurs niet meer moeten stoppen voor grenscontroles’, zegt Rick Schmitz van LegalThings One.
Volgens Schmitz is het ook absoluut de bedoeling om het systeem in de toekomst voor nog andere landen open te stellen. Meer nog: met de eerste Duitse deelstaten zijn al gesprekken opgestart. ‘Als Duitsland en Frankrijk mee aan boord zijn, de twee grootste landen van Europa, wordt dit de facto een nieuwe Europese standaard’, aldus Schmitz.