DDoS-aanvallen vinden steeds vaker plaats, worden complexer en vonden in 2017 voornamelijk in de regio Europa, Midden-Oosten en Africa (EMEA) plaats. Dat blijkt uit een rapport van F5 Labs, de onderzoekstak van F5 Networks. Het Security Operations Center (SOC) in Polen, zag een groei van 64 procent in aanvallen. Van alle aanvallen was meer dan 51 procent gericht op bedrijven en instellingen in EMEA.
Op zichzelf staande aanvallen vonden wat minder plaats, terwijl juist meervoudige aanvallen groeiden. Opvallend is de relatieve daling van aanvalskracht. Het SOC rapporteerde aanvallen van zo’n 100 Gpbs tot enkele boven de 400 Gbps. De belangrijkste aanval had een kracht van 62 Gbps. Dit suggereert een beweging naar meer geavanceerdere aanvallen op de applicatielaag van het OSI-model (laag 7), die mogelijk effectiever zijn en met minder bandbreedte afkunnen.
Tweederde van de DDoS-aanvallen waren multifactor en vereisten vergaande tegenmaatregelen en kennis om ze te stoppen. De groei in aanvallen ging dan ook gepaard met de toename van tegenmaatregelen als een web application firewall (meer dan 100 procent groei vorig jaar), anti-fraude oplossingen (76 procent) en anti-DDoS-tools (58 procent).
Hotspot voor aanvallers
‘DDoS-aanvallen groeien in EMEA harder dan in de rest van de wereld, en ze worden complexer en grootschaliger’, constateert Kamil Wozniak, F5 SOC-manager. ‘Bedrijven moeten bewust zijn van deze verschuiving en zorgen dat ze de juiste tegenmaatregelen nemen. EMEA is nu duidelijk de hotspot voor aanvallers; en dus biedt dat extra reden tot zorg.
2017 liet volgens de onderzoeker meer internetverkeer zien dat sl/tls-versleuteld was. ‘Tegenmaatregelen moeten hiermee overweg kunnen. Volledig inzicht en beheer op elke laag is noodzakelijk om relevant en betrouwbaar te blijven voor klanten. Dit geldt nu al, maar des te meer nog als straks GDPR in werking is getreden.’