Belgische privébedrijven zijn onvoldoende voorbereid op niet-traditionele concurrenten die de komende twee tot drie jaar voor een disruptie in hun markt zullen zorgen. Dat blijkt uit het Global Perspective for Private Companies-onderzoek van consultancybureau Deloitte. De enquête werd gevoerd bij bijna negentienhonderd leidinggevenden van privébedrijven in dertig landen.
In Nederland is bijna 70 procent van de privébedrijven ervan overtuigd dat niet-traditionele concurrenten voor een disruptie in hun markt zullen zorgen in de komende twee tot drie jaar. Belgische bedrijfsleiders blijken er een stuk geruster op te zijn. In België voorziet slechts iets meer dan de helft van de bedrijven disruptie. Daarmee doen we het zelfs nog beter dan enkele andere grote Europese landen. In Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland ligt minder dan de helft van de bedrijven wakker van de disruptie.
Deze positieve toekomstperspectieven trekken zich door in de verwachtingen van leidinggevenden in de prestaties van hun bedrijf. De meerderheid van de respondenten verwacht namelijk dat hun inkomsten, winsten, productiviteit en kapitaalinvesteringen in het komende jaar zullen toenemen. In België zegt 66 procent ‘veel vertrouwen’ of ‘extreem veel vertrouwen’ te hebben in het succes van hun bedrijf in de komende 24 maanden. Bovendien verwacht 40 procent van de Belgische respondenten, vergeleken met 45 procent wereldwijd, meer voltijdse werknemers te zullen aanwerven.
‘Anders dan hun Nederlandse tegenhangers voorspellen privébedrijven in België niet dat er zich in de nabije toekomst een disruptie zal voltrekken omwille van niet-traditionele bedrijven. Dit moet een wake-up call zijn voor de Belgische privébedrijven’, aldus Nikolaas Tahon, Managing Partner Deloitte Private. ‘Privébedrijven zijn kwetsbaar voor digitale disruptie en geen enkele sector blijft daar immuun voor. Verandering begint bij zelfbewustzijn. Een bedrijf kan niet beginnen te veranderen als het niet kritisch kijkt naar zijn eigen organisatie. Bedrijven moeten bereid zijn om zelf een interne disruptie door te voeren. Ze moeten ook eerlijk inschatten wat daar allemaal voor nodig is.’
Concurrentievoordelen
Tegen de achtergrond van razendsnelle technologische ontwikkelingen omarmen privébedrijven digitale disruptie met het oog op concurrentievoordelen. Twee derde van de respondenten associeert technologische vooruitgang met nieuwe opportuniteiten en positieve resultaten. In de komende twaalf maanden zullen privébedrijven zeer waarschijnlijk technologische investeringen doen met het oog op een verbetering van hun klantendienst (44 procent), financiële/boekhoudkundige activiteiten (36 procent), marketing en communicatie (36 procent), sales (33 procent) of talentbeheer (28 procent).
Velen hebben een optimistische kijk op disruptie, maar er hangen ook enkele negatieve gevolgen mee samen. Veranderingen in de verwachtingen van klanten (31 procent), macro-economische marktveranderingen (38 procent) en wijzigingen in de regelgeving (39 procent) worden genoemd als negatieve verstorende elementen.
Om de steeds grotere knelpunten op het vlak van talentacquisitie te omzeilen, te voldoen aan hun toenemende behoeften aan werknemers en de retentie van die werknemers te verbeteren, plant 46 procent van alle onderzochte privébedrijven investeringen in opleidingen voor hun werknemers, terwijl 33 procent ook investeert in programma’s voor leadership-ontwikkeling, vergeleken met respectievelijk 40 procent en 32 procent in België.