Gemiddeld twee keer per dag voeren hackers een cyberaanval uit op de servers van Telenet. Dat blijkt uit cijfers van de operator waarover de krant De Morgen bericht. In 2017 werden zo'n achthonderd DDoS-aanvallen geregistreerd, dat is een kwart meer dan in 2016.
Een DDoS-aanval is een techniek waarbij hackers een botnet inschakelen (een leger van besmette computers) om bedrijfsservers zodanig zwaar te belasten dat ze onderuitgaan. DDoS staat dan ook voor Distributed Denial of Service. Tijdens zo’n aanval zijn de diensten van het desbetreffende bedrijf niet of nauwelijks beschikbaar. Gevoelige informatie, zoals bijvoorbeeld kredietkaartnummers, kunnen met een DDos-aanval niet buitgemaakt worden, maar ze leiden wel tot heel wat imagoschade.
De stijging bij Telenet is geen alleenstand geval. Wereldwijd gebeuren er meer en meer van dit soort aanvallen. Ook het internet of things is daar verantwoordelijk voor: hoe meer toestellen aan het internet hangen, hoe meer apparaten er voor een botnet beschikbaar zijn. Soms worden de DDoS-aanvallen ook gebruikt om de it-afdeling van een bedrijf af te leiden, terwijl er langs een andere weg een ‘echte’ cyberinbraak is.
Wie er achter het botnet schuilt, is meestal niet zo eenvoudig uit te klaren. Telenet laat alvast weten dat het volop investeert in beveiligingsapparatuur om dit soort aanvallen af te weren.